20 on beleidvol bestuur barer thans afgetreden veder-opriglcrs en hervormers. Mocijelijkzeer mocijelijk was hunne taak; er werd niet alleen veel kunde en kennismaar vooral ook veel ijver en volharding van hunne zijde vereischt, om de menigvuldige bezwaren te overwinnenwelke zicli zoo her haaldelijk opdeden. De Akademie had vaak met grooten tegenstand te kampengroolendeels voortvloeiende uit den boezem van bet leger zelf, en welks oorsprong voornamelijk toe te schrijven was aan den zoo bcdriegelijken en toch zoo vast gewortelden waandat de intellectuëele vorming van den Officier zijne praklisch-militaire opleiding in den weg zou staan. Dit vooroordeel moest herhaaldelijk en met klem bestreden wordenwoorden konden daartoe niet batenfeiten moesten spreken, en indien de resultaten der opleiding niet zoo gunstig geweest waren als zij bij ieder onderzoek bleken te zijn, de duivel der bekrompenheid zou reeds lang geze gevierd en gejuicht hebben bij den val der Inrigling: cene meer eenzijdige en in middelen zeer beperkte opleiding, vooral der aanstaande Officieren voor de Infanterie en Kavallerie, bij de Korpsen ware reeds lang in hare plaats getreden. liet pleit zeer voor hel doorzigt en de mensclienkennis van Z. M. Willem Ionder wiens regeering de Koninklijke Militaire Akademie in 18ÖG weder opgerigt werd, dat deze Vorst tot hare besturing twee Chefs koos, die door éénheid van zin en vooral ook door rijke ondervinding, welke zij zelve in 't geven en regelen van onderwijs hadden opgedaan de gevaarlijke klippen vermijden kondenwaarop men zoo ligtelijk schipbreuk kon lijden. Al die ondervinding was hier noodzakelijk; en wal zij gewrocht heeft, weet ieder, die ge legenheid had, de wel is waar langzame en trapsgewijze, maar ook nooit gestoorde en steeds geregelde ontwikkeling en verbetering der Akademie op te merken. Wie thans den geregelden gang van alle declen der opleiding, de harmo nische inééngrijping der veel omvattende vakken van de wetenschappelijke vormingde doorwrochte en naauw aanéén sluitende leerboeken, het juiste en zoo moeijelijk te treffen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 42