21 evenwigt tussclien theoretisch en praktisch onderwijs, de met zoo veel orde en eenvoudigheid in alles voorziende huis houdelijke Inrigting gadeslaat, vindt het ingewikkeld werk tuig allereenvoudigst. Dit pleit juist ten hoogste voor zijne voortreffelijkheidmaar wanneer wij bij 't aanschouwen van dien schijnbaren eenvoud nagaanhoeveel doorzigt en overlev er vereischt werd, om allengs eene zoo groote verscheiden heid van ingewikkelde raderwerken zoo zorgvuldig in cén te doen grijpen, dan eerst waardeeren wij, wat geheel het Vaderlandmaar vooral het Nederlandsche leger verschuldigd is aan de twee mannendie gedurende eene zoo lange reeks van jaren volhardend voortwerkten om dit schoon geheel te wrochten, en die al hunne kennis, al hunne ervaring, al hun lijd beschikbaar stelden, ten einde, niettegenstaande de miskenning welke vaak hun deel was voort te streven naar het nuttig doel, waaraan zij zich gewijd hadden. liet verwonderde ons dan ook geenszins, toen wij de aan doening gadesloegenwaarmee op den 2,lcn October de af tredende Gouverneur, en op den 5,lon November de op zijn verzoek eervol ontslagen Kommandantplcgtig afscheid namen hel gold hier niet alleen een afscheid van personendie de vei'trekkenden hoog schattenen die hun steeds naar hun meeste vermogen ondersteund hadden in hun onvermoeid streven naar het sehoone doelhet gold vooral een af scheid van de Inrigting, welke als een collectief en bezield wezen daar staal, en welke door hen op haar tegenwoordig standpunt gebragt is; het gold dus een afscheid van hun werk. Gedreven door de zucht, eene regtmalige hulde aan de hooge verdiensten der heide aftredende Chefs te brengen vereenigden zich met dat oogmerk de Officieren en Leeraars der Inrigting, en zij mogten er achtereenvolgens in slagen, de vergunning van beiden te verwerven tol het doen vervaar digen hunner levensgroote hceldtenissenten einde daarmee de receptie-zaal der Akademie te versierenen dus daarin een blijvend aandenken aan hunne ver hoven onzen lof ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 43