31 De Adelborsten voor de eigenllijkc Zeedienst en Scheeps- constructie, en de Kadets voor de Artillerie, Kavallerie en Genie hier te landebetalen f 600 als jaarlijksche bijdrage aan de Akademieterwijl die bijdrage voor de Adelborsten der Mariniers en voor de Kadets der Infanterie hier te lande f 450 bedraagt. De Kadetsvoor de dienst in de Koloniën bestemdbe talen voor de verschillende wapens de helft der hiervoren bepaalde sommen. De wederhelft wordt uit de koloniale fondsen gekweten. De aspiranten, voor de dienst in de Koloniën bestemdworden niet eerder tot Kadet benoemddan nadat de ouders of voogden zich bij borglogt hebben verbonden, alle uit de Indische geldmiddelen ten behoeve van die jonge lingen te verstrekken sommen terug te betalen, in geval zij hunne bestemming niet volgen het geval van overlijden alleen uitgezonderd. Van de deswege te maken akten van borgtogt, naar het model dat aan de belanghebbenden zal worden toegezondenmoet eene eerste grossein execulo- rialen vormaan den Raad van Administratie der Akademie worden ingediend. De jaarlijksche bijdrage wordt betaald: de eerste helft vóór of op den l"'cn September, en de wederhelft vóór of op den l»lc" Maart. Bovendien betaalt ieder bij zijne intrede, voor eerste uitrusting: voor de eigenllijke Zeemagt, de Sclieeps- conslructie, de ArtillerieKavallerie en Genie f 75, en voor de Mariniers en Infanterie f 50waarvoor hijbij 't verlaten der Akademie, de hem aldaar verstrekte boeken en teeken- gcreedschappcn in eigendom behoudt. In geval een Kadet buitentijds de Akademie verlaat, wordt van de betaalde bijdrage alleen teruggave gedaan over het nog niet ingetreden kwartaalen moet de waarde zijner kle dingstukken berekend naar den onverschenen dragttijd worden vergoed, vermits deze goederen aan hem of zijne betrekkingen verblijven. Het geval van overlijden is daaronder begrepen. Wanneer een Kadet wegens ziekte of met verlof afwezig is en bij zijne betrekkingen verpleegd wordtis hij van de be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 53