ok
4. De aardrijkskunde van Europa, inzonderheid van Neder
land met zijne Ovcrzeesclic Bezittingen, en de aangren
zende rijken.
5. De Iloogduitsche, Fransche en Nederlandsche talen, ver
gezeld van oefeningen daarin, en een overzigt van de
letterkunde, hijzonder van de'Nederlandsche.
(5. Het regtlijnigsituatie- en handteekenen.
7. De grondige kennis der reglementen voor het wapen de
velddienst en taktiek, benevens een overzigt der strategie.
8. Het militair regt.
9. De artillerie en versterkingskunst, zoo veel als voor het
wapen noodig is.
10. De grondige beoefening der infanlerie-exercilicn.
11Het paardrijden schermen dansen zwemmen en de
gymnastische oefeningen, waaronder ook het bajonet-
■sebermen.
c. Infanterie voor de Koloniën
Dezelfde vakken als voor de Infanterie hier te lande, met
uitzondering van het onder N» 5 en 7 bepaalde, betrekkelijk
de Iloogduitsche en Fransche talen en de strategiewaar
tegen die Kadellen onderwijs zullen ontvangen in de Engel-
sclie en Oostersche talen, en in de land- en volkenkunde
der Overzeesche Bezittingen.
Bij hel onderwijs in de reglementen en in de administratie
worden de wijzigingen in acht genomen, welke in het een en
ander hij de troepen in die bezittingen zijn ingevoerd.
d. Mariniers.
Dezelfde vakken als voor de Infanterie voor de Koloniën,
en bovendien oefeningen in bet scheepsgeschut en in de
Zee-artillerie.
e. Kavai.lerie iiier te lande.
De hierboven onder Lelt. b vermelde vakken van N° 1 tot
cn met N" 9.