zal niel le min die tijd volstrekt niets baten indien het staande
leger niet onverwijld voor talrijke, goede en flinke kaders kan
zorgen. In dat leger moet derhalve ruime slof voorhanden
zijn oinI". Officieren aan te stellen ter aanvulling van de
plaatsen van hendie hij de Schutterij gedetacheerd worden
alsmede van hen, die voor een veld-oorlog niet meer geschikt,
in vredestijd zoo lang mogelijk blijven meêloopendoch in
oorlogstijd hunne onbruikbaarheid gevoelen en erkennen; 2".
Onderofficieren te benoemen ter vervanging van hendie de
épaulet verwervenen ter aanvulling der plaatsen van dege
nen welke voor de Schutterij vereiseht worden 5". Korporaals
le benoemen voor de menigte van aldus ontstane vacatures.
Naar ons oordeel is het de pligt eener wijze regeering,
hierop onafgebroken de aandacht le vestigen: breekt morgen
een oorlog uitwordt morgen de onafhankelijkheid van onzen
dierbren geboortegrond bedreigddan moet ook morgen
de mogelijkheid beslaanbij alle korpsen en bij alle wapens
geschikte personen te vindendie onverwijld in de dringende
behoefte voorzien kunnenen die slechts de rangsbevordering
behoeven te ondergaan om dadelijk de gewigtige dienstplig-
ten te kunnen vervullen welke men hun zal opdragen. Zal
die mogelijkheid bestaan, dan moeten er ook le allen tijde
en in alle rangen mensclien zijndiezelfs al duurde de
vrede eeuwig, toch hoop en kans hebben tot hoogere ran
gen bevorderd te wordendie hoop en kans zijn noodza
kelijke en onmisbare prikkels om hen tot het verwerven der
kunde en eigenschappen aan te sporenwelke aanspraken op
bevordering geven. Bij de algemeene neiging toch om aan
de onafgebroken voortduring van rust en vrede te gelooven
is het niet waarschijnlijk, dal alleen de kans op bevordering
in oorlogstijd bij zoo velen eene voldoende aansporing wezen
zalom zich met eene ondergeschikte betrekking tevreden
te stellen, zich nogtans met lust en ijver loc le leggen op
alles wal tot het verkrijgen van hoogere rangen vereiseht
wordten daarbij lijdzaam af te wachten of het dreigend
kanongebulder zich ook in de verte hooren laat. Die lust