cn ijver toch regelen zich naar de vooruitzigtcnwie uit munt, wil bevorderd worden, en wie geen kans op de erkenning zijner verdiensten heeft, blijft op den duur niet volharden; hij verliest den moed, den lust, den ijver; hij verlaat weldra de dienstom in eene andere betrekking een beter lot te verwerven of ten minste te zoeken. Hoe wenschelijk en noodig wij dus de opleiding der aan staande Officieren voor alle wapens bij de Akademie achten en hoe verre wij deze opleiding ook boven die der Onder officieren bij de korpsen schattentoch is en blijft hef dringend noodzakelijk, dat de laatsten voortdurend in de ge legenheid gesteld wordenzich op het verwerven der épaulet toe te leggen. Ieder Onderofficierdie zich door gedrag en beschaving onderscheidten die in zijne jeugd eene opvoeding ontvangen heeftwelke hem in staat stelt met eere den Officiers rang te bekleedenmoet het vooruitzigt hebben dien rang te verkrijgen; alleen door hem dit vooruitzigt te geven, slaagt men er inhem een heilzamen prikkel aan te bieden tot het verwerven der onmisbare kundighedenen deze prikkel is noodzakelijk om op den duur de vrijwillige indiensttreding te bevorderen van zoodanige jonge menschen als te allen tijde in het leger noodig zijn, ten einde bij het uitbreken van eenen oorlog in de zoo even bedoelde uitbreiding en aanvulling der kaders te kunnen voorzien. Dit vooruitzigt nu cn deze heilzame prikkel beslaan bij de verschillende Korpsen der Landmagten wij wenschen daarop de aandacht te vestigen van sommige lezers van dit Jaar boekje, die er bij het kiezen eener bestemming voor hunne zoons groot belang bij kunnen hebben. Voor de militaire lezers is dit overbodig te achten, zij zijn met den gang der zaken volledig bekend; doch wij hopen, dat dit boeksken ook wel eens door niet-militaire lezers in handen genomen zal worden, en 'l kan in hun belang zoo wel als in dat van het leger nuttig wezen, dat zij bekend zijn met de kansen op bevordering aan eene vrijwillige indiensttreding hunner zoons verbonden. Het zal daarbij zonderling schijnen, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 67