6 bragt? Ja, 'tis niet genoeg, dat bij eene opleiding van aanstaande Officierendc krachten van geest en ligchaam ontwikkeld worden er is meer noodigook die der ziel moeten aangegrepen het gevoel moet gewektde zucht naar het groote het besef van 'l belangrijke onzer roeping moet aangevuurd worden. Dit begreep te regt in 1859 de toen malige Luitenant-Kolonel en Eerste Kommandantthans als Luitenant-Generaal eervol ontslagen Gouverneur der Konink lijke Militaire Akademie, H. G. Seelig. Daarom ontwierp hij een plandat naauwelijks aan liet personeel van Officieren en Ambtenaren en aan de Kadels der Inrigling meege deeld den moesten bijval vond en eene algemeene zamen- werking wekte, leder wilde om strijd het zijne bijdragen om allengs eene beeldnis-galerij der meest beroemde helden uit onze Vaderlandsche Geschiedenis en der regeerende Vor sten te doen vervaardigen. Sedert dertien jaar hebben alle Kadets daartoe eene geringe maande!ijksche geldelijke bijdrage geleverdonlangs hebben zich ook de Adelborsten der Marine met. hen vereenigdom in gelijke male het hunne hij te dragen tot uitbreiding der schoone galerij. Deze vereeniging biedt van zelve het middel aanom alle eenzijdigheid in de gebragte hulde ter zij te stellenen ook de nagedach tenis onzer Zeeheldenwaarop het Vaderland met zoo veel regt boogtwaaraan het Vaderland zoo veel grootheid roem en voorspoed te danken heeft tc huldigen. Het aanschouwen dezer beeldtenisscn is meer nog dan het bladeren in 's lands Historie geschikt om het jeugdig gemoed van den aan staanden Krijgsman te ontvlammen, om'de grootheid van zijn beroep in een helder licht te stellenom zijne fantaisie te wekken; in één woord: om de poëzij van den gekozen stand lot diep in 't binnenste der ziel te doen dringenen zich daar onuitwischbaar vestigen. Deze hulde aan onze heldendie steunpilaren onzer groot heid en onafhankelijkheid gehragt, heeft ook tevens een ander groot nut. Zij dient te gelijker lijd om de talenten onzer levende meesters ten loon te stellenom de tooverkrachten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 84