K
mij wel wachten dien eervollen prikkel eener jeugdige eer
zucht te verslompen door de ontmoedigende oplossing aller
zinshegoochelende droombeelden in ijdelen rook en ijskille
teleurstellingneenliever tracht ik mij te verplaatsen in
den zicls-loesland van den mismoedigen aanschouwer, tracht
ik met hem te gevoelen en te levenom allengs zijn ge
moed zijn zielen-oog te openen voor den bundel van licht
stralenwelke uit diezelfde becldtenis hem legengloort, en
dien hij tot nog toe niet vermogt op te merken. 't Is
waar, geen onzer zal zich wellicht immer geroepen zien zoo
groolschen werkkring te doorloopen, als aan J. W. Fr. be
reids in nog niet volwassen leeftijd te beurt vielmaar zal 't
daarom juist aan elk onzer beschoren blijvenweg te kniezen
in 't eentoonig ontzenuwend garnizocns-leven zonder zelfs
slechts eenmaal te kunnen toonendat het vaderland op hem
zal kunnen vertrouwenwanneer stormen uit het Oosten of
Westenuit het Noorden of Zuiden die bakermat van al
wat ons dierbaar en heilig is immer mogten bedreigen? Wie
zulks zou willen beamenware stellig bezijden de waarheid
maar nog meer, hij zou zijn eigen tijdgcnoolenzijn eigen
wapenbroeders miskennen, verloochenen: want zoo niet aan
allen aan enkelen toch viel het te beurtden Nederlandschen
standerd den weg ter overwinning te banen, of wel den te
ongelijken kampstrijd te bezegelen met eigen bloed. Stierven
niet twee uwer den heldendoodop Bali's zoo ongastvrij strand
en aan de zoo verraderlijke hoorden der Moesi'"); zag een
ander zijn bloed niet uil de gapende wonde vloeijentoen hij
manhaftig zijnen strijdgenoolen met het vaandel in de hand
bij Pamangkat den weg ten aanval wces(+'; maar vooral
P. Pragek benoemd tot Sde-Luitemtnt der Infanterie in O. I. bij Z. M. Besluit
van 7 Julij 1847; gesneuveld vóór Djagaraga op deu 15den April 1S49.
J. G. VAN Imbyze van Batenburg, bij Z. M. Besluit van 6 Julij 1846 benoemd
tot 2de-Luit. der Inf. bier te lande op zijn verzoek overgeplaatst bij het leger in
O. I., daarbij in December 1861 bevorderd tot lste-Lt.; doodelijk gewond 3 Julij
1852 bij Biengien in het Palembangsche.
(i*) D. Maarschalk, benoemd tot 2de-Luit. Ing. in O. I. bij Z. M. Besluit van 7
Julij 1847 gewoud bij Pamangkat op Borneo 12 September 1850; benoemd tot Ridder
der Militaire Willems-Orde 4de kl. bij Z. M. Besluit van 19 Julij 1850.