19 wijkt (1703), dan weder Marlborough aan van Heuckelum hel onbegrijpelijk bevel doet toekomen om terug te trekken (1703). Eindelijk echter, vertrouwt bij, zal zijn vurigste wensch niet langer onvervuld blijven. De veldtocht van 170G schijnt in de Zuidelijke Nederlanden tot eene beslissing te zullen voeren; maar hoezeer de liniën der Franschen mogen zijn doorgebroken niemand kan vermoeden dat Villeroi uit gekwetste ijdelhcid zich zal haasten den misstap te begaan, waartoe Marlborough en Ouwerkerk hem door Pasquier trachten te verlokken niemand kan bevroedendat die veldslag zal geleverd worden voordat alle troepen bijéén zijn. De Prins, buitendien in Friesland tegen wil en dank opgehouden daar men met zijne toerusting niet vaardig is, begeeft zich eindelijk in Mei tot regeling zijner zaken naar 's Hage om van daar naar het leger te vertrekkentoen hem nog aan Hollands zeeduin de mare in de ooren galmt van de luisterrijke zege, door de onzen bij Ramillies behaald! Was het om er zich over te verwon deren, dat de Prins, schoon anders zacht van inborst, in den wrevel zijner teleurstelling gedurende de eerste oogen- blikken geenszins van harte instemde in de jubeltoonen eener opgewonden menigtedoch liever in stille afzondering aan zijn overkropt gemoed den vrijen teugel vierde? Intusschen vermande hij zich schielijk weder, gelijk het betaamde, en spoedde hij zich naar het leger, waar hij wel voor zich zeiven geen aanleiding tol schitterende daden vond, maar des te meer gelegenheid om zich op marsch en in 't bivakin de loopgraven en bij verkenningen, te vormen tot een degelijk krijgsman, tot een waardig legerhoofd. Tot zijne eere zij hel gezegd hij wist zich door zijn ijver en beleid de achting en toegenegenheid, niet alleen van Ouwerkerk, maar ook van Marlborough te verwerven. Het jaar '1707 nu ging voorbij, zonder dat Yendóme het wagen durfde eene beslissende po ging tol herwinning van het verlorene te beproevenmaar ook zonder dat de Bondgenooten bij machte waren de Franschen door eene tweede nederlaag voor goed uit de Zuidelijke Nederlanden te verdrijvenook dit jaar mogt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1853 | | pagina 97