40 valt zeer te betwijfelen, en dat dit zóó niet is, achten wij zeer natuurlijk: het is 't onvermijdelijk gevolg- van 't volsla gen gemis eener steeds noodzakelijke emulatie. Er wordt veel gedaan 0111 den aanstaanden Officier, alvorens hem de ópaulet te geventot werkzaamheid te noodzakentot de stu die aan te sporen toch is de kenniswelke hij aldus ver zamelt, slechts voorbereiding en grondslag: er wordt niets of altans zeer weinig gedaan, om hem, wanneer hij eenmaal de épaulet verworven heefttot voortzetting van den ar beid aan te moedigenhem op den gelegden grondslag te doen voortbouwen. Men vervaardigt klingen van het beste staaldeze worden aan eene zware proef onderworpen alvo rens ze aan het leger uit te reiken: doch er wordt later niets, of ten minste zeer weinig gedaan, om die klingen voor het roesten te bewarener worden schier geen mid delen opgespoord, om die klingen goed te hanteeren 1 Wij herhalen het, dit is te betreuren, en juist omdat het den jongen Officier aan alle uitwendige aanmoediging tot de studie ontbreekt, achten wij het des te noodzakelijker een dringend beroep op zijne inwendige gewetens-stem te doen, en vooral ook de studie en werkzaamheid aan te hevelen als het beste behoedmiddel tegen verveling en schulden. Verveling.en schulden! Menig lezer, die misschien door de ccnloonig- heid van ons vertoog reeds zijne gedachten onder het lezen heeft laten afdwalenglijdt welligt over deze woorden heen als hadden zij slechts eene zeer gewone beleekenisals waren het de namen van zeer natuurlijke alledaagsche verschijnse len die even als zoo vele andere zaken in het menschelijk leven onvermijdelijk zijn. Cholera Wie dit woord noemt, schudt zijne hoorders wakker en doet hen rillen wie er een voorbehoedmiddel tegen vindt, heeft eene goudmijn ontdekt; een ieder zal naar zijnen raad luisteren en al werd er nog zoo veel gevorderd om dien raad te kunnen toepassenelk zal met graagte zich alle inspanning getroosten om hem op te volgen. Welnu wij beweerendat verveling en schulden erger vijanden der menschheid zijn dan de straks genoemde vreesse-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 106