47 voornemens was mijn nienw vermakelijk en grootsch spel des gelnks te leeren kennen. Wel nu dangij van nu af bevoorregle stervelingen bevoorregte lezers van dit Jaarboekje, weet, dat liet spel des geluks gespeeld wordt met spellen van 568 verschillende kaarten, waarvan de ruggen niet rood of blaauw gespik keld, maar van eene vaal-zwarle kleur zijn als de nacht. Iedere kaart heeft eene groote, zeer groote waarde, welke niet altijd op prijs gesteld wordt, omdat men zich vaak, bij de vermoedelijke beschikking over een aanzienlijk aantal kaarten, verleiden laat, er sommige los heen te werpen. In het juist en helder begrip van die groote waarde zetelt voornamelijk de kunst van 'thehoorlijk uitspelen der kaarten; en dit begrip missen helaas de meeste menschen. Niets is heter geschikt om het ons diep in te prenten, dan het ga deslaan van den speler, die op het punt staat, zijne laatste kaart uit Ie spelen, en zich daarbij in groote trekken de belangrijkste kaart-verspillingen de begane misgrepenmaar ook de goed aangebragte kaarten uit vroegere spellen voor den geest haalt. Voorwaar dit aandoenlijk schouwspel is wél voldoende, om onze begrippen juist en goed te vormen. Zoo menig belangstellend omstander zou den aftredenden speler nog innig gaarne wat van zijne eigen kaarten afstaanom hem nog wat aan de speeltafel te behouden; kunstmiddelen worden beproefd om hem nieuwe kaarten toe te voegen; doch niets baat, en hoe krampachtig de speler zich aan zijne laatste kaart vastklemmehoe noode hij zich haar ook ont wringen late zij moet den weg der anderen volgen en thans vooral beslist zijn vroeger goed of slecht spelen over winst of verlies. En wanneer heeft dat uitspelen der laatste kaart plaats Vaak zeer onverwacht; menigeen waant nog over een groot aantal kaarten te kunnen beschikken en ontwaart soms plotseling, dal zijn voorraad op is. Hoe dikwijls wij 't ook zagen, toch wanen wij altijd, dat dit op ons zeiven niet toepasselijk isdat wij veilig onze kaarten roekeloos kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 113