65
gingen. Zouteloos als ze waren, meende onze Yleertman
echter ze geenszins onopgemerkt te mogen laten voorbijgaan,
en toen men onder luid gelach en gejubel er van sprak, hoe
sierlijk de Staten van ons Gemeenebest met een metworst
door hen stonden gekroond te worden nam hij onverwachts
een schotel met moes van de tafel en zwaaide dien naar
alle kanten over 't hoofd der snoevers onder den uitroep:
dat zijdie de Staten zouden krooneneerst behoorden
gezalfd te worden." Het tergend mokken verkeerde hierop
vrij natuurlijk in een open twist, waarbij zelfs de wacht te
pas kwam zeer tot nadeel van de Bisschoppelijke Officieren
want, beducht voor den rechlmatigen toorn van Willem 111,
ontsloeg de Yorst-Bisscliop de twistzoekers onmiddellijk uit
zijne dienst.
Vleertman, naar Engeland 'teruggekeerd vergezelde Wil
lem 111 naar Ierland, en werd door dezen na de luisterrijke
overwinning aan de Boijnc afgevaardigd naar den Hertog van
Savoyeom dien Vorst, onzen bondgenoot tegen Frankrijk,
van deze zoo heugchelijke gebeurtenis te onderrichten. Na
den afloop dezer zending begaf hij zich naar zijn vaderland
terug en voerde vervolgens in dienst onzer Algemecne Staten
als Kapitein den oorlog in de Spaansche Nederlanden. Hier nu
vertoont hij zich in een lichtwaarin we ons zeiven niet
gaarne zouden geplaatst zien; doch waaromtrent zijne eeuw
stellig anders oordeelde dan de tijdgenoot, als trouwens ge
noegzaam blijkt uit de omstandigheid, dat zijn gedrag zelfs
door zijne meerderen werd uitgelokt. Aangezocht tot deel
neming aan een verraderlijken aanslag, gaf Vleertman hiervan
wel onverwijld kennis aan Koning Willem III, den Graaf
van Portland diens edelen vertrouwde en aan den Heer van
Dijkveld, der Staten Gemachtigde bij onzen Koning-Stad
houder; maar met toeslemming van zijnen onmiddellijken
bevelhebbersloot hij zich tevens in schijn bij de saamge
zworenen aan. Deze vergen van hem, zich met de uitvoering
van den moord-aanslag te belasten en steeds veinzende bedingt
hij voor zich van den Maarschalk Dueras tweemaal honderd
5