67 trekkingwelke hij vermoedelijkeven als toenmaals met zoo vele andere posten het geval was, voor zijne rekening en verantwoording door een ander tegen geringe bezolding kon doen waarnemenom hij wijze van sinecuur een netto inkomen van eenige honderden voor zich zeiven te behouden. Aanvankelijk echter schijnt hij die betrekking zelf te hebben vervuld; doch zijn rustelooze geest haakte spoedig naar af wisseling, en reeds in 1701 zien we hem belast met het toezicht over 't graven van het Pannerdensch Kanaal, dal eene meer regelmatige verdeeling van 't Rhijnwater ten oog merk had. Willem III was te dien aanzien zoo bij uitstek over hem voldaan dat hij hem bij den te wachten oorlog eene spoedige bevordering in 't leger toezeidedoor den kort daarop gevolgden dood des Vorsten bleef deze belofte on vervuld en zag hij zich genoopt lot het doen van een per soonlijk aanzoek bij de aanvoerders onzer troepen, ten einde in den Spaanschen Erfopvolgings-oorlog gebezigd te worden overeenkomstig zijn aard en begeeren. Men schonk hem den titel van Commissaris der Approches (Verzorger der Loopgra ven) wanneer hij tevens na den afloop van een beleg voor zijne vroegere betrekking van Koerier beschikbaar bleef, en men alzoo hoogst gewichtige diensten van hem kon verwach ten, zonder dat men zijne bedrijvige rusteloosheid aan te sterke banden legde om hem den lust tot onafgebroken ijver en dienstbetoon te benemen. Geen wonder echter dat onze Vleertman niet altijd door een ieder naar zijne volle waarde op prijs gesteld werden vooral was zulks het geval bij hen, die, minder bekend mei. de smetlelooze zuiverheid zijner drijfveeren door de soms volkomen geheime, dikwerf raadselachtige en niet zelden dubbelzinnige tochten en zendingen van Vleertman tot het ongunstig oordeel kwamendat hij behoorde tot dat ramp zalig ras van verraderswaarbij dubbelhartigheid als deugd geldt. Vooral onder de mindere standen schijnt deze meening wortel gescholen te hebbenen te Nijmegen bracht zij hem in groote verlegenheid. Na den mislukten aanslag der Franschen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 133