70 ontwerp gedwarsboomd door de herhaalde en schijnbaar ge wichtige tegenwerpingen veler Duitsche hevelhebbers die steeds het moerassige van het terrein tusschen de beide le gers als een onoverkomelijk bezwaar wilden doen gelden. Ten laatsten schijnt Marlborough zelf zijne eigene over tuiging te willen laten zwichten voor 't oordeel van hen die beter dan hij met al de eigenaardigheden van hel terrein konden bekend zijn; toen VleeKtman, in elke legerplaats steeds op verkenning uit, en vermoedende dat beduchtheid om alles op één worp te zetten de Duitsche aanvoerders tot overdrijving der terrein-hindernissen voerde, te paard springt, over de vlakte rent totdat hij op pistoolschots-afstand van den vijand gekomen is hierop onder een regen van kogels ongedeerd terug-ijlt en den weifelenden Veldheer door zijn rid overtuigtdat het terrein niets te wenschen overlaat terwijl hij bovendien mondeling de voldingendsle toelichting weet te geven. Steunende op zijn zoo vaak als scherpzinnig en juist gebleken oordeel aarzelen Marlborough en Eugexius niet langer, en de veldslag van Hochsliidt, welke de ver drijving der Franschen uil Duilschland besliste en de bond genootschappelijke legerbenden met onvergankelijken roem overlaadde, werd op den 15,k" Augustus 1704 geleverd. Na de overwinning bracht Vleertman de tijding er van naar 's Gravenhage over en bij deze gelegenheid begiftigden hem de Stalen met een gouden keten en gedenkpenning ter waarde van acht-honderd gulden. Naar 't leger in Zwaben teruggekeerd bezigde Marlborough hem bij 't belegeren van Vimen ook bij dat van Landau, toen hij eene wonde ontvingwaarvan hij tot aan zijnen dood eenig letsel gevoeldekweet hij zich in 't bezorgen der mu nitie zoo uitstekend van zijnen plicht dat Keizer JosErn 1 hem daarvoor met een geschenk vereerde. Gedurende de jaren 1703 en 1706 woonde hij in zijne hoedanigheid van Commissaris der Approches niet alleen de belegeringen van TraarbacliHoeiZout-LccnwZandvlietOstende, Dender- monde en Ath bij; maar van de vermeestering bracht hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 136