71 ook telkens het bericht naar 's llage over gelijk hij zulks mede deed van de schitterende zegepraal hij Raviillies, waar hij zich in den slag als naar gewoonte door zijne wakkerheid onderscheidde. In 1707 verwijlde Yleeutman cenigen lijd in Amsterdam, dewijl er toen te velde weinig voorviel. Ook nu echter liet hij de gelegenheid niet voorbijgaan 0111 te toonen dat han delen hij hem op den voorgrond stond, waar van dienstbewijs sprake wezen kon. Thans zullen er weinigen gevonden wor den die niet schromen zouden te handelen zoodra het buiten de wettige grenzen hunner bevoegdheid lagal waren zij ook innerlijk overtuigd dat alleen hunne tijdige eigen machtige en wellicht van overheidswege als wets-strijdig te gispen lusschenkomsl een nadeeleene ramp ja zelfs een misdrijf kon voorkomen. Evenzoo dachten er stellig te dier tijde de meerderheid zijner tijdgenootcn over en wel vooral waar het in den eigenaardigen werkkring der justitie ingreep doch Vleeutman niet aldus waar iels goeds te verrichten viel aarzelde hij geen oogenblik zulks op eigen verantwoordelijk heid te volbrengen al stelde hij zich daarbij aan onaange naamheden van elders bloot. Zijne leus was: «doe wel, en zie niet om"en voorzeker was hij daardoor bij machtemeer dan eens der maatschappij eene diénst te bewijzen, die tot stilzwijgende vrijspraak van eene schennis der wet of rechts vormen gerechtigde. In Maart 1707 nu 's namiddags huilen de Ulrechtsche poort te Amsterdam nabij de ligplaats der jaagschuiten wandelende, werd hij aangesproken door den juwelier Schelte, wien men juist voor zestig-duizend gulden aan juweelen ontvreemd had en die reden meende te heb ben tol de onderstelling dat de daders zich per schuithet zoo gewone vervoermiddel dier lijden naar Naarden zouden begeven. Bij onderzoek vernam men echter, dat de bewuste drie manspersonen benevens eene vrouw bereids des middags vertrokken waren. Goede raad scheen duurmaar bij onzen Yi.eehtman was overleg en handelen 'twerk van een oogen blik onverwijld stijgt hij te paard en zorgt nog vóór 't sluiten der. poort binnen Naarden te zijn. Hier onder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 137