7
alvorens hij zich tot de in vrijheid-stelling vinden liet
Yleertman werd evenwel steeds met groote voorkomendheid
door de Franschen bejegend.
Ter naauwernood bevond Yleertman zich in vrijheid of
hij bewees aan 't bonds-leger eene onwaardeerbare dienst.
Bij 't beleg van Bouchain toch geraakte dit leger door de
bewegingen der Franschen buiten alle gemeenschap met de
omliggende plaatsen, uitgenomen Marchiennes; dochtusschen
deze plaats en 't belegerings-corps lag een groot moeras,
dat bij regenweder zoo goed als onbruikbaar was. Reeds
beroemden de Franschen er zich op dat zij thans de belege
raars zelve zouden uithongeren maar Yleertman rust niet
voordat hij een middel ter uilkomst heeft bedacht. Marlborough,
die steeds grooten prijs op hem schijnt gesteld te hebben
hoort naauwelijks zijn voorslag of hij geeft hem onverwijld
volmacht om de noodige vrijwilligers uil de verschillende
regimenten te lichten terwijl Yleertman voor eigen rekening
zes-duizend gulden bij de betaalmeesters der troepen opneemt
ten einde den ijver der arbeiders steeds naar eisch te kun
nen aanvuren. Hierop begeeft hij zich onvoorziens met zijne
van bijlen voorziene vrijwilligers naar de abtdij van Beau-
■repairewelke van hoog zwaar geboomte omringd waslaat
in éénen nacht ettelijke honderde hoornen vellen en vormt
er een vasten grondslag meê door 't moeraswaarover hij
zoo doende eenen weg meende te banen. De Abt, van de
vernieling zijner bosschen verwittigd eischt in de grootste'
verbolgenheid rekenschap van Vleertman over die schennis
doch bekomt alleen ten antwoord dat hij Vleertman zulks
naar eigen goedvinden deed en zich voor zijne handeling
verantwoordelijk stelde. Hierop vervoegde zich de Abt tot
Marlborough zeiven, die wel wist dal Yleertman eenen weg
over 't moeras wilde aanleggenmaar juist niet door hem
onderricht geworden wasdat hij hiertoe de bosschen dei-
abtdij van Beaurepuire bezigen zou. De Opperbevelhebber
vroeg alzoo Vleertman om nadere inlichting en deze ver
antwoordde zich met de betuiging, «dat bij geen reden