73 inzag, waarom de veiligheid van 'tgansche leger zou worden opgeofferd aan 'l behoud van des Ahls hoornen terwijl deze al ware 't slechts tot afwisselingweer jonge hoornen kon doen planten." Be Abt moest tegen wil en dank in de zaak berustenen Vleertman voltooide tol elks verwondering binnen weinige dagen den ontworpen weg, waarover 'tleger met geschut en bagaadjein 'l gezicht en ten spijt van den vijand veilig heen en weder trok. Eindelijk begaf Vleertman zich, na 't sluiten van den vrede te Utrecht, uit Brussel naar de zijnen te Amsterdam terug. De Wethouderschap dier stadwelke in hem iemand meende gevonden te hebbendie in aangelegenheden van politie onschatbare diensten zou bewijzenhad hem inmiddels tot een harer Onderschouten aangestelden liet die betrekking lot zijne terugkomst door een ander voor hem waarnemen doch Vleertman meer belust in eenen openbaren oorlog den algemeenen vijand afbreuk te doen dan zich binnen de enge grenzen eener stad te verledigen met het bespieden van boosdoeners en 't waken voor de veiligheid van bijzondere per sonen bedankte voor de heusche welwillendheid der Am- sterdamsclie Regeering en trad nog ten jare 1714 in dienst van den Koning van Pruissen, HRederik Willem I, die toen met Zweden in ongelegenheden kwam. Vooraf echter stak hij onder 't gevolg der Prinses van Wallis naar Engeland overen was tegenwoordig hij de krooning van den Keur vorst van Hannover als Koning van Groot-Britanje en Ierland: van hier vertrok hij met lastbrieven van dezen Vorst naar het Pruissisch Ilof. In dienst van Frederik Willem I woonde hij 't beleg van Straalsond hijen betoonde hij inzonderheid zijne bedrevenheid in de krijgswetenschap door het leggen van eene twaalf el (Ned.) breede brug van schanskorven over eene rivierwelke brug genoegzame stevigheid bezitten moest om er al 'tgeschut en bagaadje over te vervoeren, "ij slaagde er volkomen indoch de overmaat der ver moeienissen en ongemakken bij dezen arbeid door hem geleden stortte hem in eene zware ziekte welke hem aan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 141