91 degelijke strijdkrachten beschikken kon. Orde, tucht en één heid werden te vergeefs in het Belgische leger van die dagen gezocht; dal leger moest zelf nog georganiseerd en geoefend worden en ofschoon het ginds niet aan geringachting onzer krachten, aan smaad en schimpredenen aan walgelijke drei gementen ontbrak, tot eene behoorlijk geordende aanval lende krijgshandeling was dat leger nog geenszins geschikt. Men houde het steeds wél voor oogen Nederland heeft van October 1850 toen de Koning zijne onderdanen te wapen riep, tot Augustus 1851, toen 's Koning? oudste zoon, de held van Qualre-braszich aan het hoofd van 'l leger stelde en het zwaard uit de schede getrokken werd over een tijds verloop van lien maanden kunnen beschikken. Die lien maan den heeft het zich onder 't beleidvol krijgsbestuur van Prins Frederik uitstekend ten nutte gemaakten daaraan had men het naast den prijslijken geest der Natie te dankendat het mogelijk werdmet hoop op goed gevolg een operatie-plan te ontwerpen. Middelerwijl hadden de gezanten der Groote Mogendheden te London getrachtden vrede langs diplomatieken en voor Nederland even weinig eervollen als voordeeligen weg te herstellen; intusschen was Prins Leopold van Saxen-Cobürg tol Souverein van België verkozenterwijl de Belgische dag bladen niet ophielden op de gewaande Ilollandsche lafhartig heid te smalenen het een bij het ander wekte steeds meer de verontwaardiging op van ons leger dat met een vurig verlangen het uur verbeidde, waarop het den laster beschamen en den bezwalkten naam van het Nederlandsche volk wreken zou. Kon het anders of de lijding, dat de Koning in per soon een wapenschouw over zijn Nationaal leger houden wilde, moest den strijdlust geheel doen ontvlammen! Grootsch en onvergetelijk was het schouwspeldat de heide bij Rijenwaar een deel onzer troepen gekampeerd wasden ju]jj 1851 opleverde; grootsch en onvergetelijk voor hen die het bijwoonden, opwekkend en gedenkwaardig voor hunne nakomelingen. We kunnen hiervan geen juister denk-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 157