97 van den Tiendaagschen Veld logt en die vrachten verdienen een blijvend aandenken bij geheel de Nederlandsche Natie. Herhaaldelijk reeds had de Vorstelijke Opperbevelhebber van het leger zoo wel bij dagorders als bij mondelinge toe spraken zijne hooge tevredenheid en zijn opregten dank be tuigd aan al zijne wapenbroedersdie door bunnen moed en door hunne volharding den zegepraal mogelijk gemaakt haddenweldra werd bij door den wil zijns Koninklijken Vaders in staat gesteld, om, behalve de belooningen voor uitstekenden moed aan velen toegekendeen blijvend bewijs van 's Konings bijzondere tevredenheid aan allen toe te zeggen. Het had namelijk den Koning behaagd te bepalen, dat uit het metaal van 't bij Hasselt veroverd geschut gedenkteekenen vervaardigd zouden worden bestemd om de borst te versie ren van elk, die betzij in 1850 of in 1851 te land of te water deel genomen bad aan de krijgshandelingen tegen Belgie. Weldra volgde dan ook bet Koninklijk besluit van den 12'lc" September 1851 N". 70, waarbij onder anderen bepaald werd, dat bet bedoelde aandenken bestaan zou uit een Metalen Kruis, op welks voorzijde eene gekroonde W te midden van lauwerbladen en eikenloof zou gesteld wordenterwijl de keerzijde versierd zou zijn met de woorden Trouw aan Ko ning en Vaderland en met de jaartallen 1850 en 1851 ge plaatst in een krans als de zoo even bedoelde. Bovendien werd aan de voorzijde op een der armen van het kruis het woord Vrijwillig gesteld voor hen die den Koning en bet, Vaderland als vrijwilligers gedurende den opstand gediend hadden. Het kruis wordt gedragen aan een lint dat uit. zes gelijke verticale strepen bestaande, voor de Vrijwilligers oranje en groen voor de overigen oranje en blaauw ge kleurd is. Oranje en groende Koning scheen hiermee te willen uitdrukkenmet welk een uitslag Oranje gehoopt bad op de welwillende ondersleuning zijner niet dienstpligtige lands- zonen uit alle standen! Oranje en blaauw; de over het gedrdg des staanden legers voldane Monarch scheen er mee

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 163