101
«Daar stonden zij als in de schoot van het leger, hun
«zoo lief; op den regter vleugel de mannen van de Citadel
«van Antwerpen bijeengeschaard, tegenover de militaire
«bezoekers der vreemde mogendheden; op 's Konings
«voorbeeld met de sabel saluëerende.
«Wat de indruk was op de duizende omstanders laat zich
«begrijpen, bij dat treffend tooneel van Koninklijk eerbetoon
en wederzijdsehe sympathie tusschen het effectieve leger en
den voormaligen Soldaat.
«Bij het inrukken der troepen wrerd het Metalen Kruis,
«op vereerend bevel van den Ivplonel König, de muzijk
«vóórop aan het hoofd der Kavallerie geplaatst, en zoo
«rukten zij, onder het spelen van den krijgsmarsch afge-
«wrisseld door onderling gezangnaar het kamp terug/'
Wie onzer lezers meer van dit kampbezoek wreten wilen
door dit staaltje der warme krijgsmans-taal van Burlage ver
langend is, zijne beschrijving van den togt der Amsterdamsche
Afdeeling naar de Zeisler-heide te lezenwij verwijzen
hem naar de Amsterdamsche Courant van den 10(lcn Sep
tember 1855: hij zal zijne poging tot het bemagtigen dezer
Courant genoeg beloond vinden door de opwekkende zenuw
trilling welke in iederen krijgsmansboezem verwekt wordt
bij het vernemen van zulke taal.
Wat wil het Metalen Kruis? TocdV niet de oude veele tegen
België oprakelen?' Oneen! zeker7 niét; de tijden zijn ver
anderd; de Belgische Natie verdient in hooge male onze
achting en sympathie, en het zou even dwaas als onverant
woordelijk zijn de herinnering aan 't verledene op die wijze
te misbruiken.
Wat het wil? Wij zullen het u schier mot de eigen woorden
van den niet alleen weisprekenden maar ook weihandelenden
gepasporteerden Onderofficier zeggenen wij twijfelen er niet
aan of ieder regt geaard Nederlander zal die woorden vol
komen beamen.
Ons kleine landje, thans in menig opzigt in veel hetere
positie dan vóór 1850, ons kleine lieve landje, met een