26 lieelc mannelijke vorming doen gelden en welker gemis door niets vervangen kan worden. Doch genoeg over dit belangrijk onderwerp onze zwakke stem zal niet zoo vermogend wezendat zij zulk een uit slag te weeg brengtons voornemen was ook alléénde aandacht van meer bevoegden op dit gewiglig punt te trek ken en na dit gedaan te hebben zij het ons vergund al weer van voren af aan op betzelfde aambeeld te hameren waarop wij onder bovenstaand opschrift reeds in onze vorige Jaargangen onze slagen lieten vallenniet om te slaan, maar om hel ijzer te helpen fatsoeneeren. Niettegenstaande den heilzamen invloeddoor het Aspi ranten-examen reeds op het voorbereidend onderwijs uitge oefend is het verbazenddat nog telken jare zoo vele jonge lingen lot dit examen opkomen die reeds na een onderzoek van slechts een halfuur, menigvuldige blijken van beperkt heidonbevattelijkheid, slordigheid, onkunde en wat niet al gegeven hebben en die men voorwaar geen twee dagen behoeft te examinèercn om ze glad af te keuren. Niettemin worden zijom zelfs den schijn van partijdigheid te ontwij ken, twee lange dagen bezig gehouden. Aldus stellen vele vaders zich aan noodelooze onkosten bloot; vele onderwijzers doen er hun goeden'naam schade mee, en de examinatoren, wier zware taak voorwaar drukkend en veelomvattend ge noeg is, worden er zonder eenig nut nog door opgehouden, en dikwijls gemarteld met het aanhooren van den bespolle- lijkslen onzin. Bovendien op de aldus afgekeurde jongelingen heeft de toelating tot het examen een nadceligen indruk men laat hen naar Breda gaan terwijl zij op verre na niet genoeg voorbereid zijn zij maken uil hel eerste op dal zij ten minste zekere kans van wélslagen hebbenen vormen zich aldus een zeer verkeerd denkbeeld van de kenniswelke van hen gevorderd wordt. Dat denkbeeld blijft hun bij, al worden zij afgekeurd; het heet dan, dat zij ongelukkig ge weest zijn ongelukkigals hadden zij in eenc loterij gespeeld waarin noodwendig eenige nieten moeten zijn. Ze keeren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 52