DE VIERING VAN HET V1JF-EN-TW1NTIGJ AR1G BESTAAN DER AKADEMIE TE BREDA. Indien ééne plaats in ons Vaderland groote voordeelen aan liet krijgswezen te danken heeftvoorwaar het is Breda de zetel der Koninklijke Akademie voor de Zee- en Landmagt. Geen wonder dan ookdat het voornemen van den Gemeente raad om het vijf-en-twintigjarig bestaan dier Inrigling te dezer stede feestelijk te vieren, aldra den grootslen bijval van alle ingezetenen verwierf; geen wonder, dat allen zich bereid toondennaar vermogen tol opluistering van dat feest hij te dragen en hoe de eensgezinde zamenwerking van allen een schoon geheel tol stand hragt, het is ons hij het deelen in Breda's feestvreugde volkomen gebleken. Wie na een langdurig verkeer met Breda's inwoners niet reeds tot de overtuiging gekomen wasdat hen een prijslijke en minzame geest bezielt voor alles wat aan het krijgswezen en in 'tbijzonder aan onze Akademie verbonden is, voorzeker hij zou bij 't aanschouwen dier feesten van deze overtuiging doordrongen zijn gewordenen indien sympathie en voor komendheid voortdurend aller handelingen jegens het personeel dezer Inrigling kenmerkte zij klom thans lot eene hartelijk heid en geestdriftwelke het zegel drukte op den eendragts- band, sedert eene kwart-eeuw ongeschonden bewaard. De aangename herinnering aan dat feest zou ons zeker genoopt hebben, al ware het slechts als eene dankbare hulde aan den zoo treffend gebleken dankbaren en minzamen geest van Breda's Burgerijeene beschrijving daarvan voor ons .laarhoekje te vervaardigen. We zouden dit gedaan hebben zonder veel ophef, op eenvoudigen toonovertuigd, dat eene bloote vermelding der feiten voldoende zou zijn om dc op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 63