O
zoo kernachtige spreuk improviseerde, moest men eene eerzuil
oprigten. 'Zóó dacht ik toen; zóó denk ik niet meer.
Onze bespiegelingen krijgen eerst waarde wanneer ze aan
de ondervinding getoetst zijn; wanneer wij, in 't maatschap
pelijk leven opgetredende ons omringenden gadegeslagen
en bestudeerd hebben; wanneer wij onze boekenkennis door
menschenkennis aangevuld hebben. Menige theorie blijkt ons
dan geheel valsch en verwerpelijk te zijn; van menige dwa
ling komen wij dan terug en zoo zou ik thans de kernspreuk
welke mij toen zoo trof, liever omkeerenen prenten
iederen loekomstigen Officier als beginsel in«indien de sol
daat immer de achting voor uwe épauletten vergeten kon zorg
alsdandat hij uwe persoonlijkheid achte."
Daartoe is veel noodig, maar niettemin is het noodzakelijk.
Ons karakter wordt door onze ondergeschikten billijk schoon
streng beoordeeld; zij weten zeer. goed den schijn van het
wezen te onderscheiden; zij kennen ons vaak beter dan wij
ons zeiven kennen en terwijl wij ons niet zelden overschatten
weten zij ons met juistheid te waardeeren. Wie als Soldaat
en Onderofficier in de kazerne verkeerd heeft en de oor
deelvellingen der vaak onbeschaafde schijnbaar onwetende
krijgslieden over hunne meerderen vernam; dezer handel en
wandel tot in bijzonderheden hoorde ontledenhun karakter
in slechts weinige maar fikscbe trekken hoorde schetsen
die verbaasde zich vaak over het onmiskenbaar instinkt dat
in die bcöordeelingen huisvest en over de magtwelke het
karakter van den Officier zoo ten kwade als ten goede op die
massa's uitoefent. Wie ooit eenen veldtogt bijwoonde of zich
hiervan slechts eene duidelijke voorstelling maakte, en zag
hoe de Soldaat alles over heeft voor den fermen Officier, die
zijne achting en toewijding verwierfniets voor den karakter-
loozen ópaulettendrager die te vergeefs achter een sluijer
van woordenrijke praalzucht zijne ellendige zwakheid zocht
te verbergen of die zijn tergend gezag alleen op den dwang
der krijgstucht zocht te vestigen niet op achtingdezulke
deelt onze meeningdat vóór alles en boven alles de spreuk