14 opdat hij zich met vasten wil tegenover den Soldaat leere beheerschen. Wie opvliegend en driftig is, kan niet streng en billijk zijn; integendeel zijne opbruischende hartstogteüjkheiddie hem geheel aan de indrukken van het oogenblik onderwerpt, geeft aanleiding lot misbruik van gezag, tot onheusche be jegening, lot onregtvaardige behandeling; een oogenblik later, wanneer de drift voorbij is, ontwaakt het berouw, en eene toegevende welwillendheid, misschien eene zwakke oogluiking poogt te herstellenwal de onverstandige drift bedorven beeft. Kan zoo iemand streng en billijk zijn? Kan hij der minderen achting en toegenegenheid verwerven? Kan men hem eene zelfstandige verantwoordelijkheid opleg gen? Let wél; hij staat tegenover minderen, die door de krijgswetten weerloos gemaakt zijndie gedwee het hoofd moeten buigen voor zijne wél voorbijgaande, maar toch kwet sende verbolgenheiddie de scheldnamen de vloekende tergende bcleedigingen met gelaten onderwerping moeten aanhooren; die geenerlei regt hebben zich te weer te stel len. Misschien verbijten zij hunne woede; wie weet hoe veel inspanning en zelfbeheersching het hun kostom zich niet legen het hun aangedaan onregt te verzetten: maar de onverbiddelijke magt der krijgstucht is daarde vrees voor bare strenge straffen weerhoudt hen. Wie bezondigt zich hier aan de krijgstucht? Gewis de Officier, die hare magt op eene schandelijke wijze misbruikt, die haar juk on dragelijk maakt, en wiens misbruik van gezag des te laak baarder is omdat hij over eenen magtelooze staat. Als ik 'driftig word, weet ik niet meer wat ik doe, en ik zou dan dengeen, die mij in den weg treedt, feitelijk kunnen mis handelen" op deze wijze hoorden wij den hartstogtelijke wel eens zijnen aard schetsen. Maar plaats dien driftkop tegen over eene hoogere magtzie hem tegenover zijnen meerdere en nu weet hij zijne drift toch wél te beteugelen bet be wustzijn zijner magteloosheid of zijner ondergeschiktheid de vrees voor ernstiger gevolgen zijn nu toereikend om hem de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 80