0 2(> vormt. De helft der Kompagnie is voor uwe rekening; gij wordt aan het hoofd van een peloton gesteldniet alleen voor den tijd dat de troep onder de wapens en dus onder uwe voortdurende persoonlijke leiding is, maar ook wal het inwendig beheerde zindelijkheid en ordehet leven in de kazerne betreft. Gij draagt de eer weg van al wal goed is; op u kleeft ook de afkeuringdes noods de berispingvoor al wat verkeerd is. Dit scbijnt eene magtspreuk; immers men kan toch alleen verantwoordelijk zijn voor hetgeen men zelf doet en laat, en niemand zal zeker van den Officier ver gen, dat hij de randsels zijner ondergeschikten pakkc, hunne wapens poetse, hunne ligchamen reinigeen dan nog hunne kamers aanvege Deze tegenwerping is ons welkomzij be wijst juist de dringende noodzakelijkheid van stipte onderge schiktheid en tucht; zonder deze zou de zoo heilzame ver antwoordelijkheid voor de handelingen van anderen niet kun nen bestaanmei haar kan zij tot in de uiterste gevolgen doorgedreven worden. In geen anderen stand beslaat zij in zoo uitgestrekte mate als in den onzen; schier in elke niet- militaire betrekking is men voornamelijk slechts voor zijne eigen handelingen aansprakelijkmaar ook geen andere stand bezit de onwaardeerbare middelen om baar uit te strekken lot verantwoordelijkheid voor anderer handelingenen waar dit noodig geacht wordtvoert men ook de daartoe noodige ondergeschiktheid in. Daar wordt het best, hel stipsl, het ijverigst en ook het aangenaamst gediendwaar de magt der verantwoordelijk heid met de meeste klem gehandhaafd wordtwie er slechts over gelieft na te denken zal dit innig beseffen. Ilij moet al zeer weinig eigenliefde zeer weinig pliglbescf en eergevoel hebben die, voor eenige handeling verantwoordelijk gesteld, niet alle krachten inspant, al zijn oordeel gebruikt, alle ge paste middelen opspoort0111 zich van zijne taak naar eisch te kwijten. Hij toont zich zijnen rang onwaardig, en het zou billijk zijn, dat hij daarvan ontzet werd, zoodra bij herhaling gebleken is, dat hij de verantwoordelijkheid niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 92