29 dat men er op rekent, dat hij het hevolenc met alle naauw- gezelhcid zal uitvoeren. Hoe natuurlijk het ook zijdat de dienst dus geregeld wordeniet altijd heeft het zoo plaats. Niet alle Onder officiers en Korporaals worden altijd elk voor hun gedeelte verantwoordelijk gesteld. Dikwijls zijn er enkele onder hen die blijken van grooten ijver en groote geschiktheid geven; terwijl andere minder ambitie en minder bedreveuheid be zitten. Nu worden de laatsten ten koste der eersten voorhij- gegaan de goeden worden met alles belast en daar dit hun dienst-ijver streeltlaten zij zich ook gaarne elke opdragt welgevallen. De minder goeden loopen als nuttelooze hallast medehet beetje ijver dat zij hadden en dat misschien be hoorlijk geleid tot grooten ijver zou aangegroeid zijn, ver dwijnt allengs geheelhetgeen zij niet kennenleeren zij niet, want zij doen hel nooit; in de oogen der' Soldaten worden zij vernederd en teruggezet; kortom, door de onver standige leiding der meerderen, door de onbillijkheid van deze meerderen zelve wordt er slecht gediend. Bovendien de Offi cier die dus handelt, berooft zich zeiven van het regl om de zoo heilzaam werkende verantwoordelijkheid te handhaven: de overmatig belaste goede Onderofficiers kunnenwaar aan hun arbeid iets mangeltzich regtvaardigen met de billijke opmerkingdat zij niet alles te gelijk kunnen doenzij kunnen wijzen op hetgeen zij gedaan hebben, om zich te verontschuldigen over hetgeen zij niet deden; de anderen zullen met alle regl zeggen «het was mij niet opgedragen en zoo doende kan men zich aan niemand houden. Te ver geefs zoekt men den schuldigeen wilde men dien goed zoeken, dan zou men slechts tol zich zeiven behoeven in te keeren. Wij herhalen het dus: ieder Onderofficier en ieder Korporaal, zelfs degeendie slechts tijdelijk met de waar neming dezer function heiast is, moet in gevolge de bestaande reglementen aansprakelijk zijn voor het gedeelte, dat onder zijne orders staaten de Officier moet ijverig waken en scherp toezien, dat zij allen hunne pligt naauwgezet betrachten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1854 | | pagina 95