20 de Friesche regimenten !iij de legers van Maurits en van Frederik Hendrik. Gecslkraclit cn moed zijn ten allen lijde kenmerken gebleven van den Frieschen volksstamen dat is wel daaraan te dankendat men daarde daden van het voorgeslacht herdenkendedaarin een prikkel vond om het na te volgen. Zóó moet het met ieder Nederlander zijn. Zóó moet liet vooral zijn met die uitgelezen jongelingschapdietot het voeren der wapenen opgeleidmisschien de toekomst van ons Vaderland in handen heeft. Zij moet diep doordrongen zijn van het denkbeeld van pligt en van heldenmoed; zij moet steeds beseffendat de mcnsch voorhij gaatmaar dat hij cene glorie kan nalaten die blijvend is en dal het dus niet ons streven moet zijn, om ons leven in genot cn vadzigheid door te brengenmaar veel eer om door on sterfelijke daden ons een naam te makendie helder- lichlcnde haak op de onvergankelijke rots van den roem door het laatste nakroost nog met vereering wordt genoemd. Leeuwarden1 September 1884. W. J. KNOOP.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 106