23 Ik ben de oudslc van acht kinderen waarvan zes zonen en uil een geslacht gesproten dat van oudsher dc wapenen voor het Vaderland droeg. Mijn vader zelf was destijds Lui tenanten voldeed aan mijn vurig verlangen met mij voor de krijgsdienst te bestemmen. Het onderwijs dat ik ont ving, werd vroegtijdig ingerigt naar de eischen van de ?»Iilitaire Akademic, die ik zou bezoeken. Op mijn vijftiende jaar was het voorbereidings-werk volbragt. Op zoo jeugdigen leeftijd kon ik niet waardeeren wat er aan verbonden was geweestom mij te brengen waar ik wezen moest ik vond het alleen maar lastig en onaangenaam dat ik onafgebroken tot de studie werd aangespoord op een leeftijd, waarop de geest daarin zoo weinig behagen heeft maar later zijn mij dc oogen open gegaanen heb ik mededeclingen ontvangen, die mij te pas konden komen en mij nu in slaat stellen aan liet papier toe te vertrouwenwat mij anders niet bekend had kunnen zijn. Met groote inspanning ongelooflijke moeite en zware op offeringen van dc zoetheden des levens hadden mijne ouders het zóó ver gebragt dat ik mij wél geharnast kon bloot stellen aan het klcin-gcweervuur dat jaarlijks in zekere lokalen van dc nu verdoopte Militaire Akademie gcrigl wordt op een tal van jongeliedendie zoo maar klakkeloos als Kadet of Adelborst het gebouw zouden willen binnendringen. De oude lieer want al klinkt de naam raar voor een Lui tenant mijn vader was in zijn meer dan twintigjarigen diensttijd als Officier oud gewordenvooral in betrekking- tot den rang, dien hij bekleedde de oude heer dan, had wal moeten cijferen en zeil' lobben om zijn jongen als Aspi- ranl-kadel bij lijds het examen te doen afleggen die bêle- noire van vele onderwijzers en van sommige kinderen onder anderen van mij ik beken het gaarne even zeer. Een klein traclcment was niet het eenige bezwaar geweest. Ver andering op verandering van garnizoen had hem getroffen. Dc beginselen van het onderwijs waren daardoor gedurig veranderd; hier werden deze, daar gene leerboeken gebruikt;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 109