2b
berekend erkendeen die hij toch niet van zich af kon
schuiven; eene taak, wier vervulling hem bezwaarde, omdat
hij gevoelde ze onvolledig waar te nemen schoon minder
onvolledig dan op die gebrekkige schoolhier of daar in
zijnen weg geplaatsteene taakdie hem ook daarom ver
drieten moestomdat zij hem eenen schat van tijd roofde
dien hij wist voor eigen studie noodig te hebben en met
lust daaraan besteed had. ITij liet zich evenwel niet ont
moedigen. Zelf in eenen stand, dien ik mij gekozen haden
waarvan hij de voortreffelijkheid erkende, aangevuurd dooi
de gedachtedat ik geen beleren weg kon volgen om de
uitverkoren loopbaan in te treden dan door een verhond
aan te gaan met hel uitgekreten ondierbij hem en anderen
daarentegen als een weldadig huisdier in cere gehouden
spande hij al zijne krachten in tobdesloofde en zwoegde
hij, wist hij te woekeren met de geringe middelen, die
hem ter dienste stonden, en zag hij het tijdstip aanbreken,
waarop de vrucht van volharding van verre hem toelachte.
Zoo waren al de moeijelijkheden overwonnenzeker niet
door mijn leerlustmaar door den vasten wil mijns vaders
door zijne onophoudelijke aansporingen, door 't vervolgen,
zou men het bijkans mogen noemenvan zijnen zoon 0111
hem tol de kennis te brengen van dal examen, waarvan
immers zijn lot moest afhangen. Zonderling! Ik was van
mijne jeugd af aan verzot geweest op den militairen stand,
en wat ook de wispelturigheid van het kinderlijk gemoed
mogt opleveren, niet dat 0111 mij te doen wankelen in mij
nen lustniet 0111 mijn. droombeeld door een nieuw en nog
mooijer te doen vervangen.
Wat is natuurlijker dan dat wij onze krachten inspannen
0111 het doel te bereikendat w ij zelf 011s hebben voorge
steld? llij mij is dat hel geval toch niet geweest, liet
goede vermogens begaafd, ook niet traag van aard, was ik
echter ligtzinnig, een gebrek wel is waar aan mijn jeug
digen leeftijd eigen, maar zoo zeer door mij gevierd, dal
de menigvuldige vingerwijzingen naar dat struikelblok op