28 zonder eene Lavatersche physionomie-kennisgemakkelijk be speurd hebben, dat de vader vrij wal meer over den uitslag bekommerd was dan de zoon. Natuurlijk! Maar och! hoe natuurlijk het zij, ik hetreur het, dat ik zoo weinig begrip had van dit gewiglig oogenblik in 't leven mijns vaders en in 't mijnedat ik mij geen denkbeeld wist te maken van de zorgen en moeitendie ik mijne ouders gekost had. Jongeliedendie in hetzelfde geval zijn mogen dan ook gerust de gejaagdheid hunner ouders hij deze en dergelijke gelegenheden breed uitmetenen even zeer de blijdschap hoog stellen, die in mijn ouders huis gesmaakt werd, toen, na de weken van onzekerheid sinls het afleggen van 't exa men verstreken, het heugelijk berigt kwam, dat hun zoon voldaan had en geplaatst zou worden. Vergeten waren al de zorgenvergeten al de onwil van den knaap Neenwas de onwil door de goede uitkomst vergelen; de zorgen waren het niet, zij waren te lang en te drukkend geweest, om eensklaps uitgewischt te kunnen worden zij waren gepaard gegaan met geldelijke opofferin gen, ligt te tellen door hem, wicn altijd nieuwe middelen Ier dienste staanmaar niet door mijnen vaderdie wel met meer uitgaven te worstelen had naar male zijne kin deren grooler werden, doch zijne inkomsten niet vermeer deren zag. Dat echter deed de blijdschap juist te hooger stijgen, en snoerde zich aan de andere meer gewiglige re denenwaarvan ik er cenige blootlegde, om de plaatsing zijns zoons vurig te doen wenschen. Ik was dan Kadet. Ik meende een voet gewassen te zijn. liet schoolhuis was bestemdom afgelegd en vervangen te worden door het kleed des krijgsmans. Zou die verwisse ling, van invloed op mijn voorkomen, ook van invloed zijn op mijne eigenschappen op mijn binnenste? Inderdaad, hel kón zoo wezen. Kleinigheden, die aan de aandacht ont snappen maar naderhand worden opgespoord en gevonden oefenen menigmaal een groolen invloed uilen geven eene nieuwe rigling aan onze gedachten, gelijk de aan hol oog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 114