50 houdende belangstelling door hun wakend oog dat altijd op mij was geslagen geweest door hunne aansporingen hunne aanmoedigingen hun voorbeeld door den heilzamen invloed in hel ouderlijk huis op de kinderen uitgeoefend dooi den zedelijken grondslag daar gelegd die de liefde tot sleun heeft en eene rots iswaarhoven zich de getimmerten des levens hel duurzaamst verheffen. Mijne ouders beseften dit, en erkenden er meer dan ééne vergoeding in voor den langen strijd dien zij tusschen be hoeften en middelen hadden moeten voeren en dien zij nu nog zoo veel te meer moesten doorzetten. Wantwordt het vrij algemeen erkend dal de Akademie de eenige zekere de beste weg is ter opleiding tol Officieren is zij daarom zoo aantrekkelijk voor allen, die in dat gevoelen doelen en uit liefde voor hunne kinderen krom willen liggen (gelijk men een onaangenamen toestanduit gebrek aan middelen voortgesproten naar eene lastige houding door gebrek aan ruimte veroorzaaktpleegt te noemen)het spreekt toch van zelfdat het krom liggen op den duur lastig en onaan genaam is, en 't bevreemdt ons volstrekt niet, wanneer deze of gene er voor altijd eene gebogen houding aan te danken heeft. Eéne fiksche operatie van den heelmeester is vrij wat minder kwellend dan die knagendedagelijks wederkeerende pijnbet eene oogenblik heviger dan hel andere doch altijd hare tegenwoordigheid verradende en zoo onbescheidendat ze u zelfs in den slaap stoort en u de rust ontneemt, dier baar geschat door den met zorg beladen mensch. Wie zich daarover echter beklaagdenhet waren mijne ouders niet. Neen zij bragten het offer hoe zwaar ook met blijdschap. Welgemeend en vrolijk zonderde mijn vader ten bestemden tijde van de spaarpenningen de vereischte som afen stond gereed zijnen oudsten zoon naar de Akademie uitgeleide te doenals ware bet eene laatste dienst die hij zijn kind kon bewijzenvóór dat hij het aan de zorg van vreemden overgaf. Ik stond met mijn vader op den drempel der ouderlijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 116