53 overredingskracht, die de bondige taal welsprekend deden zijn. Van de laalsle uren brak het laatste oogenblik aaneen vaderlijke zegengroel was het afscheidswoord; ik stond op eigen beenenen weldra bewoog ik mij in den drom der jongelingenwier lol ik voortaan deel en zou gelijk zulks door de gelijkvormigheid onzer klceding werd uitgedrukt. Dragen echter allen hetzelfde kleed, hel is er verre af, dat die gelijkvormigheid zich ook tot dc karakters zou uit strekken. Veel zou er van afhangen, aan wicn ik mij aanslootmijne ouders hadden mij dat wél op het gemoed gedrukt, en ook voor die klip mijner jeugdige onervaren heid gewaarschuwd. Ochdat ik hunne raadgevingen in dachtig ware geweestdat ik beseft haddchoe hunne liefderijke woorden alleen ten oogmerk hadden mijn waar achtig levensgeluk te bevorderen. De zoon eens militairs heeft op de Bredasche Akademie dat voor boven de kinderen uit den burgerstand, dat hij er van den aanvang af meer t' huis is. Iïct mist zelden, of dc vader telt bekenden en vrienden onder de Officieren aan dc Akademie verbondendie den Kadet welwillend cenige bijzondere oplettendheid schenken, en hem, buiten dc uren aan dc vervulling hunner pligten gewijdmet raad dienen omdat ze beter nog dan elk ander wetenhoe spoedig de nieuweling in den kijker loopt. Ook dat voorregl viel mij te beurt, en 't is in waarheid of alles zamenspande, om mij den moeijelijkcn weg zoo gemakkelijk te maken als het maar wezen kon. Onder mijne nieuwe kameraden was ik ook niet geheel vreemdik trof meer dan één oude kennis aan, en de overgang naar mijne veranderde leefwijze had dus wel op eenc zachte wijze plaats. Dat kon echter het indrukwekkende van dien overgang niet wegnemen; en ge lukkig! Een diepen indruk bij zijne komst aan de Akademie te ontvangen, is den nieuweling goed, en spoort hem aan, het leven van ecne ernstige zijde te beschouwen. Slechls vier jarenen de épaulet wacht hemen hij heefl liet regt gehoorzaamheid te vorderen, gelijk hij vcrpligt is ge 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 119