35 ouders, en als u een makker van uwen leeftijd onderrigt dan kan het immers niet missen of hel is zoo? die stem der jeugdige tijdgenooienwat is zij zoet en liefelijk l Hoe velen was zij een Sirenen-zang; hoe velen heeft zij in den afgrond gestort Al die preken zei mijn makker't zijn praaljes zoo als de vaders er bij menigte gereed hebben. De jongen echter, die bij de hand is, stoort zich daar niet aan; hij Iaat de oude lui maar voortbabbelenen houdt zich al bij zonder goed, wanneer hij slechts den schijn aanneemt van naar die vermaningen en raadgevingen te luisteren hoezeer hij er in zijne ziel om lacht." O geve de hemel dat ik niet in mijnen zoon gestraft worde voor 'tgeen ik aan mijnen vader misdreef, toen ik, bij 'l luisteren naar die woordenvergeten konwat hij voor mij gedaan had; hoe trouw en liefderijk leidsman hij mij steeds geweest was; hoe hij in alles, ook dan wanneer zijn pligt hem strengheid geboodslechts mijn geluk be oogde. Hoe gaarne zou ik nu de smart willen uitwisschen welke ik hem berokkend heb; geen offer zou mij daartoe te zwaar vallen; want nu ik vader ben, voel ik eerst regl hoe een vader lijdt, en hoe een vader mint. Nu besef ik eerst, dat de kinders over het geluk hunner ouders beslissen. En mijne moeder dan? Hoe kon ik toch ooit met onver schilligheid heenglijden over die liefelijke vermaningen welke zij in bare brieven mengde; over die hartelijke aan sporingen om toch te maken, dal vader geen ongunstige rapporten inwon, dewijl hem dit zoo diep en gevoelig smartte Het droevig gevolg van mijn dwaas en misdadig gedrag kon niet lang achterwege blijven. Aan de herhalings-lessen was spoedig een einden naar male er nieuwe onderwerpen behandeld werden, vielen de maandelijkschc beoordeelingen over mijn persoon meer en meer ongunstig uit. Eindelijk was het jaarlijksch examen voor de deur, en nu begreep ik, dat hel oogenblik gekomen was, waarop hel werken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 121