so nooil verstikt, en dikwijls wrange vruchten kan dragen. In hem openbaart zich de voortreffelijke eigenschap van geen misbruik te maken van het hem toegekend gezag. Die eigen schap is voor den Officier, meer dan voor elkander, onont beerlijk zij hoedt hem boezemt hem een afkeer in van onregtvaardigheid waarin de groote magldie hij moet be zitten hem zoo ligt kan doen vervallen ook danwanneer hij als regter gezeten zal zijn om uitspraak te doen over schuld of onschuld. Niets brengt ons verder van die moeijclijk te bereiken regtvaardigheid af, dan straffeloos gepleegde ver drukking van onzen evenmensch. Wél zijn zij dus misdadig de Kadellendie met liglzinnige onbarmhartigheid op den jongeren makker vallen en met welbehagen den magtelooze doen gevoelenwaartoe over moed zoo naauw verwant aan lafheid zich al in staat ge voelt. Of meent gij dan, zwak mensch uit het 2'lc jaar, dat het den gespierden baar niet kooktals hij uwe zoute- looze spotternijen moet aanhoorenuwe hatelijke bejegeningen moet ondergaan, omdat ge u schuil houdt achter het schild der gebreidelde zelfverdediging? Vraag hel u af: wat deedt ge indien uw slagtoffer maar écne hand vrij hadom u het zwijgen op te leggen? Hoe, zegt ge met verontwaar diging, een slag aan mijdie het zwaard draagtvan iemand die hel ook heeft aangegord Zacht watWcesl vrij bezield met het vuur dat het fier gemoed van den bedaagden Ro- drigo deed jagen toen hij den Cio in den folterenden toestand bragt van den hoon zijns vaders te wreken op den vader van zijne uitverkorene maar bedenk dat Rodrigo zich wél had gewacht de hand te slaan aan den onvoorzigtigc die zich aan hem vergreepWacht u dan insgelijks daarvoor. Waar lijk de wapens, waarover gij te beschikken hebt, zijn scherp en kwetsend genoegkwam er uw kinderhart niet legen op toen gij de spin de magtelooze vlieg zaagt uitzuigen Dat zou hel beeld zijn van een enkelen der ouderen tegenover een enkelen der nieuwerenindien die kromme lijn uit de kegelsneden niet denken deed aanGij begrijpt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 136