Neêrlands letterkundigen niet te schroomenhet billijk aan deel hunner voorvaderen aan dezen roem te doen gelden. Indien gelijk ik vrees en gelijk eenige jaren geleden stellig het geval was de Nederlandsche zin niet vervuld is met de feitenwelke ik kortelijk opsomdeals met een deel van zijn eigen geschiedenis deze onverschilligheid of nalatigheid kan niet lang voortduren. Zelfs deze feestelijke gelegenheid en de daardoor opgewekte gevoelens zullen bij u onze geëerde gasten strekken om de aandacht uwer landslieden hierop te vestigen. De door mij opgenoemde en andere daarmee verwante feiten zullen, met meer overtuigingskracht dan ik er aan geven kan door uwe schrijvers en redenaars aangevoerd worden totdat de vriendschappelijke gevoelens van bloedverwantschapen broederband vermengd worden met een billijken trots op de waardigheid van het karakter de werken en daden dergenen dieaan deze zijde van den Oceaan uit den ouden Bataafschcn stam gesproten de voet stappen hunner voorouders gedrukt hebben Geleid door hun licht en hunner wijsheid voorbeeld Aldus zullen terwijl wij Amerikaansche nakomelingen van den Bataafschen stam er ons 'op verheffende zegeningen en den roem te erkennen welke wij en ons land van het oude en geëerde Vaderland ontleenen ook dezes eigen zonen onze zegeningen en onzen roem toejuichen als zoo menige nieuwe glorie die zich aan de billijke vermaardheid onzer gemeen- schappelijke voorouders paart. Ja, de dag is nabijwaarop, bij de groote nationale feesten in Nederland of bij de pleglige godsdienstige vieringen van groote gelegenheden, deze jeugdige transatlantische zege- teekenen van Bataafschen roem zich trotsch vermengen zullen met de roemvolle herinneringen der eigen geschiedenis. Wan neer dan de Vaderlandsche redenaar met die verheven en welluidende welsprekendheid waartoe de Neêrlandsche taal zoo uitnemend geschikt is, de groote daden der mannen uit vervlogen dagen voordraagt; wanneer hij de lange volste lingen onder den eenigen Maurits en de Willems van Oranje

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 161