SCHOTSCHE BARDENZANG
Er is nevel op 't hoogland en nachl in het dal,
Maar somberder nog is de slaap van den Gal
Sinds de vrccmdlingbeveelt, zonk die nacht op het land,
Verkilde ieders hart en verlamde ieders hand
Het schild is onkenbaar, met stof overdekt,
liet rapier en de dolk door het roesten gevlekt
Zoo op heuvel of klip een musket wordt gehoord
Wordt geen vijand maar 't wild in zijn leger gestoord.
Zoo de bard nog de daden der vaad'ren herdenk',
Dat de kreet »tot den strijd" met zijn zangen zich meng
Zoo niet zij de harpe niet langer ontwijd
Die den roem voor den geest roept van vorigen lijd.