90 Maar dc uren van naclit en van slaap zijn voorbij De bergtoppen blozen de dag is nabij; Naar t oosten, op Moidartzijn de oogen gerigt Op Finnans rivieren, die vonklen in 't licht. Moray, zoo veel jaren gebannen van hier, Verbef bij dien gloor uwe veldheersbanier In dan noordewind, schrikbaar, ontplooi zich uw vaan, En blinke, als de zon bij 't begin van d'orkaan En S'j die de zonen van dapperen zijt Moet de harpe des grijzen u wekken ten strijd? Als uw' vaad'ren een schijn slechts van hope zich bood Dan grepen zij 't wapen, voor vrijheid of dood. O ST'j die u telgen van koningen weet Gij, fiere Clan Ranald, Glengarry en Sleat Stuift neer op den vijand met loomloozen moed Als een stroom, door de sneeuw van drie bergen gevoed Lochielop uw oorsprong uit Evan zoo fier Grijp uw beukelaar op en ontbloot uw rapier I Onstuimige Keppochwecrklinke uw signaal, Tot het uiterste noorden dat teeken herhaal'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 176