Aiit. 13. Wanneer een Adelborst der 2,le of 3,lc klasse blijken geeft van op eenerlei wijzehetzij met of builen zijn toedoen geene geschiktheid of aanleg voor de zeedienst te hebben zal daarvan door den Minister van Marine kennis worden gegeven aan de ouders of voogden van dien Adelborst, ten einde genoemde jongelingwanneer hij zijn ontslag zal hebben gekregenzich nog voor een ander vakmeer met zijn physiek of intellectueel overeenkomende, kunne voor bereiden. Art. li. Na twee jaren Adelborst 2Jo klasse te zijn geweestzal het den Adelborsten vergund zijn het examen voor Adelborst l,le klasse af te leggen, en zullen zij bij vacature tot dien rang worden bevorderd. Art. 13. Bij bestaande behoefte aan Adelborsten l"e klasse, of in buitengewone omstandigheden, eed en ander door den Mi nister van Marine te beoordeelenzal door onsop voor- dragt van genoemden Minister, de in art. 9 en art. li bepaalde tijd van 2 jaren op 1 jaar verminderd kunnen worden. Art. 16. Het examen voor Adelborst 1"« klasse zal handelen over de volgende vakken a. al hetgeen dat voor den Adelborst 2'lc klasse is bepaald b. de Stuurmanskunst in baren geheelen omvang. Wijders zal de Adelborst blijken moeten geven van eene voldoende kennis van bet tuig, de manoeuvres, Artillerie en Stoomwerktuigkundeen meerdere geoefendheid in de Fran- sclie en lingelsche talen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 56