geliecl uit le maken wij bedoelen het tafereel der vermeestering
der werken van Djagaraga. Verheugen wij ons innig over het
toekomstig bezit van dit gedenkwaardig stuk als duurzame
herinnering aan eene belangrijke overwinning door onze troepen
in Tndië behaald en als lauwerkrans bij het portret van Mi-
ciiiels, nog meer verheugt ons de wijze, waarop deze
schilderij in het bezit der Akademie kwam die wijze toch
getuigt even welsprekend voor den geest die het Neêrlandsche
leger in Indië bezielt als de roem waarmeê zich dat leger
hij elke gelegenheid overlaadt.
Een schilder te Batavia wiens naam ons tot ons leedwezen
onbekend is, had deze schilderij vervaardigd; na zijnen dood
zou het stuk met andere voortbrengselen van zijn penseel
verkocht worden. Het liep aldus gevaar in vreemde han
den te komen. Daarom vereenigden zich eenige Officieren
in de hoofdplaats van Indië tegenwoordigen deze vormden
het plande zamenwerking hunner krijgsbroeders hij het
Indische leger in te roepen ten einde voor gezamentlijke
rekening de bedoelde schilderij le koopen. Intusschen moest
er gehandeld worden en vertrouwende op den bijval van bun
voorstel besloten die Officieren op hun eigen verantwoor
delijkheid tot den koop over tc gaan op het gevaar af, het
stuk voor eigen rekening le houden. Weldra bleek dat
zij zich in den geest, die hunne wapenbroeders vervulde,
niet vergist hadden en dat het inmiddels hekend gemaakte
voorstel grooten bijval vond. Bovendien werd er beslist
dat de gezamentlijke Inteekenaren het geschiedkundig tafereel
van den roem der derde Balische expeditie aan onze Aka
demie ten geschenke zouden bieden en ten gevolge van dit
besluit zal weldra onze Heldengalerij zich vei heugen in hel
bezit van een aandenken even zeer aan den moed en de
lauweren onzer troepen als aan den weiwillenden geest
die de Officieren van 't Indische leger voor onze Akademie
bezielt.
Wij kunnen niet anders doen dan er onzen krijgsbroeders
in de verte onzen warmslen dank voor toe te roepen en er