3
verslagen of vlugtende den dood vonden in de moe
rassen.
Zoodanig was de dood van Graaf Willem IV geweest, na
ecne halve eeuw tijds nog tot schande gerekend aan een
zijner nazaten.
De Graaf van Oostervant wendt zich tol zijn vader, lierigt
den hoon hem aangedaanen smeekt hem in de gelegen
heid te worden gesteld om dien hoon uit te wisschen en de
schim van hun gesneuvelden voorzaat door de verovering
van Friesland te verzoenen. Ilertog Albrecht bewilligt in
die bedewelke hem uitbreiding van heerschappij in de toe
komst doet zien; hij roept zijn zoon terug, herstelt hem in
zijne gunst, en spant onvermoeid alle krachten in om een
leger bijéén te brengen welks sterkte en zamenslelling de
onderwerping van Friesland niet twijfelachtig moeten maken.
De zondag na Maria-Hemelvaart (15 Augustus) van het
jaar 1396, is de heirmagt des Ilertogs vereenigd in Enk-
huizen, toenmaals eene groote, blocijende koopstad. In
dien men de opgaven der oude schrijvers gelooven mag,
dan zou die legermagt niet minder dan 180000 man hebben
getelddie op 5000 groote en 400 kleine schepen naar
Friesland moesten worden overgevoerd. Die getallen komen
fabelachtig voor ten minsten wat het getal der schepen be
treft hoezeer het bekend isdatwat men toen onder de
groote schepen" rekendetegenwoordig niet in het minste
aanspraak zou kunnen maken op die benaming; Schotavus,
alsof hij dien twijfelgeest bij zijne lezers voorzag, voegt
er dan ook bij: Sulcken vloot is, voor noch naein dese
plaetsen niet gezien." De opgegeven sterkte van het leger
is nog beter als juist aan te nemen, wanneer men daarbij
opmerkt, dat niet Holland, Zeeland, en Henegouwen alleen,
dit leger hadden op de been gebragt, maar dat men daartoe
troepen had doen werven niet slechts in al de Nederland-
sche gewesten, maar ook in Duitschland, in Engeland en in
Frankrijk. Ilertog Albrecht zelf voerde die legermagt aan
drie zijner zonen, waaronder de Graaf van Oostervant, ver-