5 De eikgedurig door den stormwind geschudwint zegt men, daardoor in kracht en stevigheid; en wat hem met ondergang bedreigde, strekt juist daartoe om hem meer sterkte te geven. Ziedaar het beeld van het Friesland dei- vroegere eeuwen; de oorlog met al zijne verschrikkingen had dat land onophoudelijk bezocht, het zware wonden ge slagen, het wreede rampen doen verduren; maar toch was het staande gebleven die wonden waren geheelddie ram pen herstelden de eindelooze worstelingende harde kamp die het Friesche volk had moeten voerenhadden juist aan de krachten van dat volk eene groote ontwikkeling gegeven. De Fries hoogde op den naam van vrijeven zeer omdat geen vreemde gebieders hem wetten voorschreven, als omdat het leenstelsel met de trapsgewijze afhankelijkheiddie het kenmerkt, hem onbekend was gebleven. Daar waren wel aanzienlijke vermogende geslachten in Friesland, wier oud heid den oudsten adel van de Christenheid nabij kwam, en die zich op luisterrijke daden en op groote dienstenaan de algemeene zaak bewezenkonden beroemen die geslachten oefenden zeker een grooten en regtmaligen invloed uit op hunne landgenootendie in hen hunne natuurlijke hoofden en aanvoerders zagen; maar dat was toch altijd iets geheel vrijwilligsdie aanzienlijken waren niets anders dan de eersten onder hunne gelijkenhet had niets van de verhouding tusschen heer en leenman, zoo als die in het overige Europa bestond. De Fries erkende geen meester onder zijne landgenooten; -en eeuwen van oorlog hadden gediend om het juk af te keerendat de vreemdeling hem op wilde leggen. Wanneer men de jaarboeken van Friesland doorbladert dan meent men bijna de geschiedenis van eene der Repu blieken der oudheid te lezen; het is Sparta, onder eene noordelijker luchtstreek en te midden van een anderen maatschappelijken toestand overgebragtdezelfde eenvoudig heid van zeden, dezelfde geestkracht, dezelfde toewijding aan de algemeene zaakdezelfde ontembare dapperheid en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 91