6
onteugelbarc vrijheidsliefde; maar ook, dezelfde ruwheid
en meêdoogenlooze wreedheid. Lees om maar één voor
beeld van het laatste aan te halen wat die jaarboeken ver
melden van de Oost-Frïesche Foelcke en vraag u dan af,
of die vreesselijke vrouw van het begin der vijftiende eeuw
niet eene treffende overeenkomst heeft gehad met de bar-
baarschc heldinnen van het oude Grieksche drama, met die
Klytemnestradie haren echtgenoot vermoordde; met die
Elektra die een eigen moeder ten dood deed brengen. Aan
den anderen kant bevatten die jaarboeken ook voorbeelden
van edele onbaatzuchtigheid, van Republikeinsche zelfver
loochening die aan Sparta en Rome herinneren. Zie maar
wat er in 4402 voorvalt in Frieslandbij de verkiezing
van een Potestaat toenmaals daar te lande de hoogste waar
digheid en de Koninklijke nabij komende: Stcke Dekema,
daartoe verkozen, beroept zich op zijn ouderdom en lig-
chaamszwakheid om die eer af te wijzen, en beveelt zijn vriend
Gale Hania voor het bekleeden van dat luisterrijke ambt
aan; maar ook H ais ia acht zich ongeschikt om een goed Po
testaat te zijn en verwijst het volk op Ode van Bottinga
een vijand van hemmaar dien hij kende als een dapper
en verstandig manen Bottinga even weinig eerzuchtig en
even nederig over zich zeiven denkende als de beide anderen
weigerde evenzeer het aangeboden hoog gezag te aan
vaarden; a soo verre," zegt Schotanus van die edelen,
waren hun gemoederen vervreemdt van de vervloekte
staetsucht, die hedensdaechs Tt landt jammerlijck onderdruckt,
goede wetten ende beramingen onder de voeten treedt, ende
een oorsaeck is van onheijl, quade regeringe, meijnecdïcheijdfc
ongebondenheijdtonderlingen haet, wantrouwen ende vij
andschap."
Het groote kwaad, dat het oude Friesland teisterde en dat
eindelijk de oorzaak is geweest van den ondergang van
's lands vrijheid, was de tweedragt, de partijschappen, die
herhaaldelijk aanleiding gaven tot bloedige, meèdoogenlooze
burger-oorlogen. De gevloekte namen van Schieringers en