7 Velkoopers hebben eene treurige vermaardheid in de geschie denis verkregenen niet dan met afkeer en met veront waardiging kan men het vermoeijende en sombere verbaal lezen van den onzinnigen oorlogzoo lang onderling door die partijen gevoerd; van de godtergende "wreedheden, waar aan zoo wel de eene als de andere partij zich schuldig maakte. Het ging zóó ver, dat de eene partij de andere beschuldigde en naar bet schijnt, niet zonder grond een toeleg gesmeed te hebben tot een algemeenen moord lot een Si. Barlelsnacht in bet groot, waarbij noch grijzen, noch vrouwennoch kinderen gespaard zouden wordenen die dus, door de geheele verdelging der eene partij, de on betwistbare zege van de andere zoude verzekeren het ging zóó ver, dat, zelfs bet meest vrijheidsgezinde gemoed, het ,_voor Friesland bijna als een zegen moest beschouwen, toen dat land, geheel op het einde der IS11" eeuw, onder het juk der Saksische heerschappij kwam. In het algemeen moge het waarheid zijn wat een edele zoon van Polen oud tijds beeft gezegdn beter eene onrustige vrijheid dan eene rustige slavernijmaar ook die waarheid heeft hare grenzen; en hier, in het Friesland van de lbtiö eeuw, was de vrijheid dan toch wat al le onrustig. Reeds op het einde der 45"'° eeuw vindt men de partijen der Schieyingcrs en Velkoopers vermelddie toenwordt gezegd, hunne oude veele hernieuwden, en wier vijandschap dus reeds van vroeger moet dagteekenen. Op het oogenblik dat Hertog Ai.brecht van Beijeren zich gereed maakte om Friesland te beoorlogenwas dat land door den twist dier partijen verdeeldmaar die gelukkige invloed oefende het dreigende gevaar van buiten dan toch uitdat daardoor de binnenlandsche eendragt voor het oogenblik werd hersteld. De beide partijen staakten bunnen twist en vereenigden zich om gezamenllijk aan de Ilollandsche magt hel hoofd te bieden. Er werd besloten een Potestaat le kiezen, dat is, een aanvoerder in den oorlog, een voorzitter en bestuurder der regerings-vergadcringeneen soort van Koning, maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1855 | | pagina 93