13
Ieder streed alsof liet zijne dierbaarste en heiligste belangen
gold; en, niet lettende op eigen wonden of doodsgevaar,
was ieder slechts bedacht op het verdelgen zijns vijands.
Uren lang bleef de zege twijfelachtig, maar eindelijk ver
klaarde zij zich voor de groote overmagt der Hollanders
en de Friezenuitgeput van vermoeijeniszagen eindelijk
hunne slaglinie doorbreken door de telkens zich vernieuwende
benden hunner vijanden. 000 Friezen sneuvelden op het
slagveld; 1500 anderen werden bij de vervolging door de
overwinnaars gedood of gevangen genomenen vele der
vlugtelingen vonden den dood in de moerassenof bezwe
ken door vermoeijenis. Het grootste verlies was de dood
van Juwinga zijn voornemen getrouw, was de edele Po
testaat na dapperen strijd gevallente midden van de lijken
der door zijn heldenarm gevelde vijanden.
De dood van Juwinga en de nederlaag bij Scholerzijl
waren echter niet vermogend om den moed der Friezen
neer te slaanen zoo gering was het zelfvertrouwen der
overwinnaars, dat zij het nog niet waagden om Friesland
verder binnen te trekken. Hertog Aliirecht scheepte zich
weer in; en een gedeelte zijner magt, aangevoerd door den
ridder Pieter Beets en zamengesteld uit de Amsterdammers,
Westfriezen, Kennemers en Waterlanders, naar de Lauwers
en het Dokkumer diep zendende, zeilde hij met de hoofdmagt
naar Stavoren.
Beets vond de Friezen naar de zijde van Dohhuin in
groolen getale onder de wapenenzoo dat hij het niet
waagde te landenen zich bepaalde lot het afsluiten
van het Dokltumerdiep. Hertog A urn echt was gelukkiger
bij Stavoren gelandontmoette hijten zuiden van die stad
bij het St. Odulf's Klooster, eene Friesche legermagt, die
nogmaals moedig den strijd aannammaar even als te
Schoterzijl voor de overmagt des vijands moest bezwijken.
De Hertog, onzeker wat hij doen wilde, bleef tien dagen
werkeloos in zijn kamp aan den oever der Zuiderzee. Eene
afdeeling Engelschentot zijn leger behoorende, trok roo-