29 dien hij er slechts de vatbaarheid door kreeg om het ge leerde terug te vinden wanneer hij het noodig heeftof wel om andere zaken te begrijpen, die van het geleerde afhangen. Die jongelui zijn jaarlijks weêr door andere jongelui opgevolgd, die op hunne beurt al ouder en oüder worden, waarvan in alle opzigten hetzelfde te zeggen valt als van de oudsten, en die dus, zoo ze niet allen even zeer uitmunten, gelijk natuurlijk is, ontegenzeggelijk zeer veel goede ele menten in het leger meêhragten. Trouwens het is een zeer verblijdend verschijnseldat men bij de korpsen al meer en meer het verlangen en den wensch aan den dag legt om toch maar jongelui van de Akademie te krijgen; dat men niet meer gelijk vroeger roept: a geleerde lui, maar voor geen oortje Soldaat 1" dat men daarentegen wél roept «waarom krijgt ons Regiment zoo weinig Officieren van de «Akademie, terwijl andere er zoo veel meer in hunne ge niederen ontvangen?" Deed het ons smartelijk aan, de vroeger ongunstige oordeelvellingen, hoe onverdiend ook, te vernemenhet strekt ons tot innige blijdschapwanneer wij aldus ziendat het voortdurend streven der Akademie om aan hare bestemming te beantwoorden meer en meer erkend en op prijs gesteld wordt. Deze belooning mag zij wél hebben, en och! men zal er zich in het leger, waarvan de Akademie toch immers een gewigtig deel uitmaaktniet over verwonderenindien de Officieren en Leeraars der Akademie hoogen prijs stellen op zulk ecne aanmoediging Laat ons derhalve voortgaan de diensten der Akademie op te sommen. Toen in 1826 en 1827 de studiën der Officieren en Onderfficieren bij de korpsen geregeld werden, behelsden de daartoe strekkende besluiten de bepalingdat bij korp sen die het een of ander vak van studie niet door Officie ren konden doen onderwijzenovereenkomsten met burgerlijke onderwijzers getroffen zouden worden. Sedert de Akademie hare voedsterlingen aan het leger schonk, is er bij ieder korps stof genoeg, om alle vakken van studie door Officieren te doen onderwijzenen indien men de Officieren die zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 115