52 betrekkingdie vooral eene groole bekendheid met alle dienstdctailsveel tactveel vastheidveel militairen geest en veel geschiktheid tot het onderwijzen en doen onderwij zen der exercitiën vereischt. Allengs is men tot billijker inzigten gekomen, en de uilkomst heeft bewezen, dat ook zij, die de ondergeschikte rangen niet in de kazerne hebben doorloopen, indien zij slechts den echten militairen geest bezittenvoor deze gewigtige betrekking geschikt zijn. Dat hun, gelijk ook gemakkelijk te begrijpen valt, hunne geleerdheid daarbij niet in den weg slaat, blijkt uit de omstandigheiddat men voor die betrekking meestal diegenen gekozen heeft, die op de Akademie door hunne kennis uit blonken. Trouwens een gunstige aanleg voor de studie in alle krijgsvakken gaat gewoonlijk met een gunstigen aanleg voor stipte dienstverrigting gepaard. Heeft deze regel uit zonderingen, hij blijft niettemin een regel. Nu en dan hoort men ook nog in onze dagen beweren dat de Officierendie eene lange reeks van jaren aan de Akademie werkzaam zijn, daardoor de geschiktheid verliezen om bij den troep te dienen. Vermoedelijk komt dit voort uit eene geheel valsche voorstelling van de dienstverrigtingen dezer Officieren bij de Akademiedie echter reeds in den eersten Jaargang van dit Jaarboekje uit één gezet zijn. Ik zou te veel over mij zelvcn moeten spreken indien ik dit oordeeldat zeker niet zeer vlcijend is en zelfs zeer grieft weerleggen wilde; ik acht dit ook onnoodig. De omstan digheden veroorloven mij wcêr de feiten te laten spreken die toch veel meer bewijzen dan woorden, en ik vermeen door die feiten juist te kunnen aanloonendat de Akademie weder eene dienst aan het leger bewijst, door hare Officieren gedurende een groot aantal jaren te noodzaken tot het ver werven van die algemeene kennis, welke noodig is, al was bet ook maar om geen mal figuur bij de Kadets te maken waarin toch zeker niemand behagen zou scheppen. Men lette wel, ik spreek hier nog niet van het belang, dat de Akademie zelve er bij heeft om hare Officieren lang te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 118