45 Die kameraadschap echter mag niet verkeerd begrepen -nor- den, of zij ontaardt in een groot kwaad. De kameraadschap moet het allereerst en bovenal de eer van het korps beoogen zij moet strekken om die eer in stand te houdenzij moet. ieder, die daartegen zou willen zondigen, in zoodanig be dwang houden, dat hij het niet durft te doen, omdat hij nog meer beducht is voor de afkeuring zijner makkers dan voor de andere gevolgen zijner overtreding; aldus moet zij ecne strenge lucht onder de makkers handhaven. Niet hij verdient den eernaam van kameraad, die de verkeerde han delingen zijns makkers verbergt en hem op zijn dwaalspoor helpt voorthollen; wél hij, die hem daarvan terughoudt en hem noodzaakt het verkeerde te laten. Kameraden, die ons in onteerende daden willen ondersteunenvinden we gemak kelijk onder hen, die slechte beginselen hebben; kameraden echter, die ons daarvan afbrengen, indien wij er toe in staat mogten zijn, kameraden, die zich zeiven de onaangename taak opleggen ons in verkeerde handelingen te dwars- boomen, die vinden wij slechts onder de edeler naturen. Het is ons ten duidelijkste gebleken, dat juist een verkeerd begrip der heilige kameraadschap de voorname aanleiding was tot de gepleegde ongeregeldheden; gelijk dit trouwens niet alleen hier het geval wasmaar even zeer hij vele kleinere overtredingenwelke af en toe gepleegd worden en waarbij het onderzoek telkens tot de slotsom voertdat vele Kadets zich eene volslagen valsche voorstelling maken van den edelen zin der kameraadschap, gelijk wij dien pas ontvouwden. Wij zijn niet voornemens ons nog eens in de geschie denis der gepleegde ongeregeldheden te verdiepen de her innering daaraan grieft ons te zeermaar wc zijn vastelijk overtuigd, dat indien de Kadets zelve hunne herinneringen raadplegenzij onze bewering omtrent de verkeerde uitwer king hunner kameraadschap beamen zullenen indien hun de eer van het korps lief iswaartoe zij behoorenindien zij prijs stellen op hunne betrekking tot het leger als aan staande Officierenindien zij verlangen dat het Kadellcn-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 129