u korps zijn geschonden aanzien herwinne; dan zullen zeker de best gezinden de oudsten volgaarne al hun vermogen en al hun invloed aanwenden om aan die kameraadschap eene betere eene edele leiding te geven. Dat is hunne roeping, dat is hunne pligten door die pligt getrouw te volbrengen kunnen zij reeds als Kadet eene groote dienst aan het leger bewijzen. tt Ik alleen was toch niet tegen alle anderen opgewassen; ik kon het niet belettenDit bevestigt juist hetgeen wij pas omtrent het valsch begrip der ware kameraadschap zeiden. Waar die goed is, daar behoeft iemand, die het. goede wil bevorderendie uit al zijne magt het kwade wil te keer gaan nimmer alléén te staan. Daar behoeft hij slechts zijne stem te verheffenom aanstonds den bijval te verwer ven van alle goedgezinden daar verheft hij zijne stem ge- rustelijk, omdat hij overtuigd is, dat de meerderheid op zijne hand zal zijnen dat slechts weinige kwalijkgezinden zullen overblijvendie aldra voor de krachtige en edele lei ding der kameraadschap zwichten moeten. Wanneer men de Jvadets na het voorgevallene hoordedan waren er welligt honderd en meer op de zaaldie gaarne de overtreding althans gestuit zouden hebben, toen de roekelooze daders in hunne vaart te ver gingenmaar ieder van die honderd kon alléén niets tegen de overigen, en onder die honderd is er geen enkele geweest, die als leider optrad om het kwaad zijner afgedwaalde makkers te stuitenDie honderd hebben zich aan eene verfoeijelijke laauwheid schuldig gemaakt welke in den aanstaanden Officier niet gereglvaardigd kan wordenen indien bet waar isdat zij ieder voor zich gaarne het kwaad gestuit haddendat zij het werkelijk in hunne ziel afkeurdenlaat hen dan uit bet gebeurde leeren hoe de ware kameraadschap zijn moethoe die het ver trouwen op de goede gezindheid van het meerendeel der makkers zoodanig vestigen moet, dat op hunne medewerking onvoorwaardelijk te rekenen valtlaat hen dan. de verkeerde rigting der kameraadschap onder het Kadeltenkorps hervor men. Daar schuilt de oorzaak van het kwaad; daar moet de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 130