m vaste en innige overtuiging die ons bezielten die even eens in Officieren zetelt, wier veeljarige krijgs-ervaring meer dan de onze geregligd is daarover te oordeelen. Aan den genen, die twijfelt of er eene goede en strenge krijgstucht op de Akademie gehandhaafd wordt, roepen wij gerustelijk toe komzie en oordeelDoe dit niet oppervlakkigmaar dring gerust lot in alle bijzonderheden door kom op de leerzalen; kom op de appéls; woon de exercitiën bijkom op de slaapzalenkom op de etcns-urcnkom wanneer en waar gij wiltlaat alarm slaan wij zijn overtuigddat binnen den kortst mogelijken tijd het korps onder de wapens zal staan, gereed om uit te rukken en geschikt om ten meesten nutte aangevoerd te wordenbereid om de taak van een keurkorps te vervullen, ïs zoo veel orde onder eene vcreeniging van een zoo groot aantal jonge lieden denkbaar, zonder eene goede en strenge krijgstucht? Kent gij jonge lieden, op dien leeftijd van veertien tot twintig jaar, de jongsten grenzende aan de schoolbanken en de oudsten op het punt van de épaulet te verwerven; kent gij de behoefte, die zij hebben aan bewe ging den afkeerdien zij hebben van rustde neiging die hen aandrijft om vrolijk, lustig, luidruchtig te zijn? Kent gij de hartstogtende verscheidenheden van karakters, die men in hun midden ontwaart? Kent gij die; kom dan vooralen zie en oordeelen vraag het u zeiven af of zoo veel orde, zoo veel éénheid, zooveel regelmatigheid, zoo veel rustigheid waar die noodig is, onder zulke jonge lieden zou kunnen bestaan, indien de krijgstucht veronacht zaamd werd O 1 hadt gij het korps kunnen zientoen het werk der vernieling gestuit was, toen de dolle roekeloosheid hare afschuwelijke taak neerlegde en toen onmiddellijk daarop appél gehouden werd. De orde en stilte die bij dat appél heerschlenzouden u overtuigd hebbenniettegenstaande de gepleegde overtreding der krijgstucht, dat in dat korps eene gestrenge krijgstucht gehandhaafd wordt, en nog meer zou zich die overtuiging in uwe ziel gevestigd hebbenindien gij een half uur later de leerzalen bezocht hadt, werwaarts

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 132