89
hoogte; ik verdraai de schroef, en zie, ik kan de Godin
op de hielen volgen, en doe dit zoo gemakkelijk, dat ik mij
al verheeld een halve sterrekundige te zijn.
Hierna bekijk ik de maan zelve, op dezelfde wijze en met
veel succesen Dr. Lutiier geeft mij al schertsende en
lagchende eenige ophelderingen en inlichtingen, die ik hier
niet behoef te herhalendewijl ik tot niet-sterrekundigen
spreek, die mij toch niet zouden hegrijpen. Als ik eindelijk
genoeg van de Maan en van Venus gezien hebdaal ik
weder tot de aarde neder.
«Het is hier nog al koud 's winters, als ik zit te obser
veren," zegt Dr. Luther.
Dit kan ik zeer goed begrijpenen ik vraaghoe dat
observeren toegaat.
«O, heel gemakkelijk," zegt de sterrekundige. «Hel gaat
zóó toe eerst ga ik voor den chronometer staan met een potlood
en mijn kladboek in de hand. Ik leeken naauwkeurig den
lijd open loop op de teencn de seconden op het gehoor
tellende, mijn ladder op. Ik stel, altijd tellende, mijn kij
ker, neem plaats op den ladder, leg den regter arm met
mijn boekje op de tafel(ik merk nudat hetgeen ik voor
een kantoorstoel hieldeen rond tafeltje is op zeer hooge
pooten)ga voort met tellenkijk naar mijne sterrenmaak
mijne berekeningen, en schrijf ze op hel gevoel neder. Als
ik mij vergis in het tellenals ik gestoord word door een
onverwacht geluidmoet ik van voren af aan beginnen
tellen, schrijven, kijken en denken, alles te gelijk, vordert
eenige oefening en is eenigzins vermoeijend.
Dat kan ik ook zeer goed heseffen.
Het is ook hatelijk als te midden van eene waarneming
eene wolk aan den hemel opkomt en alles bederftzie hier,"
en hij laat mij kijken in zijn kladboek, waarin de lange
reeksen van cijfers telkens afgebroken zijn door de droevige
aanteekening«es ward triïbe."
«Soms wordt het mij daarbij ook trübe in het hoofd,"
meende de Doktor.